Dieren en andere wezens
Dit is maar eentje van de andere thema's in de site achternamen.net. Kom kijken !
Vernoeming naar een in het wild levend populair dier was heel geliefd. Daarvan getuigen heel wat multi's, waar onder omvangrijke: (de) Vos zelfs in de Top Tien met 42.458 naamdragers en bovendien 63 samenstellingen met ‘vos’. Verder de Haan (20.011) * (de) Vink(e) (14.992) * (de) Mol (11.642) * (de) Haas (10.082) * (de/van de/van der) Valk (9.262) * (de) Vogel (9.138) * Baars (6.244) * (de/den) Beer(s) (6.229 plus 120 samenstellingen met 'beer') * (van de/der) Vis/Visch (7.026 plus enkele honderden samenstellingen - waaronder Avis * Bakvis (tienermeisje voor WO II) * Bruinvis * Dodevisch * Goudvis * Grinvis (< Greenwich) * Linkvis * Meervis * Pakvis * Pannevis * Roekevis * Rijnvis * Schellevis * Schelvis * Stokvis * Visbal * Visbeen (< Fiszbajn) * Visjager * Visje * Viskoper * Visschoonmaker * Visserman * Walvis * Watervis) * Baars (6.244) * (van der) Zwaan (4.649) * Vogel (3.954) * Wolf (3.740) * Snoek (3.656) * Haan (3.170) * Poot (2.658) * den Haan (2.417) *
Koekoek/Koekkoek (2.623) * (de) Bok (2.566) * Kraan (2.479) * Nagtegaal/Nachtegaal (2.458) * de Gier (2.450) * (de) Kievit (2.421) * Schimmel (2.352) * Vogelaar (2.239) * Bot (2.086) * (van der) Voorn (2.025) * Vogelzang (2.020) * Muis (1.628) * Konijn (1.615) * Steur (1.593) * Otter (1.543) * Kip (1.399) * Voorn (1.386) * Pauw (1.370 plus 20 samenstellingen) * Kreeft (1.347) * Kraaij (1.314) * Haring (1.296) plus 13 samenstellingen waaronder Pekelharing * (den) Das (1.236)
Blijkbaar was, toen de achternamen in de Middeleeuwen ontstonden, de visserij op baarzen, snoeken en zelfs steuren (heerlijke kaviaar!) in de binnenwateren belangrijker dan die op haring. Logisch is het ontbreken van exoten. Wel van verre reizen meegebrachte leuke, gemakkelijk houdbare kooidieren als Aap, Goudvis en Papegaai, maar weer niet kanarie en kolibrie.
De mythische koning der dieren werd al door de Romeinen in Afrika gevangen en naar Rome gebracht voor volksvermaak: in arena's door wanhopige slaven bestreden. Later majestueus beest voor adel en nieuwe rijken en meest imponerende statussymbool – als opperdier het superieure heraldische icoon. Leeuw/de Leeuw/van Leeuwen heetten in 2007 38.875 personen en er zijn ruim honderd namen waarin ‘leeuw’ voorkomt.
Topheraldiek dier nummer twee, de Arend of Adelaar, heerser der vogels, volbracht in ons land maar weinig achternamen. (de/den) Beer(s), naar het machtigste inheemse roofdier, telt daarentegen 6.229 naamdragers plus 120 samenstellingen met 'beer'. De nietige Schimmel is met 2.352 een multi, maar kan ook over een paard gaan.
Op onze lijst staan inheemse diersoorten en hun lichaamsdelen of afgeleide namen en enkele exoten. Plus fabel- en mythische dieren en bovennatuurlijke als godheid aanbeden wezens, voorzien van #. Zie voor boerderijdieren /Agrarisch.
Aal * Aalpoel * Aap * Aapkes * Achilles # (Homeriaanse superheld) * Adelaar * Adonis # (aanbiddelijke mythische jongeling) * Alver * Amor # (Grieks/Romeins liefdesgodje) * Angel * Apenhorst * Arend * Ares # (Griekse strijdgod) * Argus # (alziend Grieks fabelwezen) * Ariës # (mythische Griekse held) * Artemis # (Griekse jachtgodin) * Atlas # (mythische Griekse aardboldrager) * Auerhaan *
Bacchus # (Romeinse wijngod) * Balder # (gunstige Noordse god) * Beerepoot * Bek * Berenman * Bereklauw * Berenpas * Berenschot * Berenstein * Beuling * Bever * Beverdam * Beversluis * Blei * Bliek * Blotevogel * de Bok * Bokkie * Bokje * Bokking * van Bokkum * Boktor * Bolstier * Bongo * Bontekoe * Bonthond * Boreas # (Griekse noordenwindgod) * Bosvogel * Bot * Brak * Brasem *
Bruinekreeft * Brunnekreeft * Buffel * Buizerd * Bul (stier) * Bij * Caesar # (eerste Romeinse keizer) * Castor # (Romeinse mythische tweelingbroer van Pollux) * Cavia * Cramsvogel * Cupido # (Romeins verleidertje) * Cycloop # (klassiek eenogig monster) * Daas (paardevlieg) * Dar * Das * Dashorst * Dekezel * Demeter # (Griekse oogstgodin) * Demon # (kwade geest) * Diana # (Romeinse jachtgodin) * Dier * Diergaarde * Dionisius # (Griekse wijngod) * Dodo * Does * Doffer * Dolfijn * Donar # (Germaanse dondergod) *
Draak # (fabeldier) * Drakenstein * Drommel # (middeleeuwse duivel) * Druif * Duif * Duizendpoot * Edelschaap * Eekhoorn * Eland * Eendebak * Eendenburg * Eendvogel * Eenhoorn # (middeleeuws rein fabelhoefdier) * Eenkhoorn * Egelman * Egelmeer * Eisvogel * Eitje * Eitjes * Ekster * Eland * Enter * Eros # (Griekse liefdesgod) * Eijsvogel * Ezel *
Faun # (Romeins mythisch boswezen) * Feniks/Fenix # (uit eigen as herrijzende mythische Griekse vogel) * Flamingo * Flora # (Romeinse lentegodin) * Fortuna # (Romeinse geluksgodin) * Frankenstein # (mythisch mensachtig monster) * Fret * Furia # (Romeinse wraakgodinnen) * Gaai * Gaal * Gander * Ganzevoort * van de Gazelle * Geelvink * Geest # (onaards wezen) * de Geit * Gent * Giebel (goudvis) * Gier * Gigante # (reus) *
Goffer * Golem # (Joodse fabelreus) * Gors * Goudvis * Gouweleeuw * Gouwetor * Graat * Griend * Griffioen # /Griffejoen (fabelvogel) * Grinvis * Grondel * Grauwenhaan * Grundel * Gup * Hermelijn * Haanepen * Haanskorf * Haanstra * Haantjes * Haasbroek * Haasjes * Haasnoot *
Haay * Hamel * Hamster * Hanedoes * Hanekamp * Hanekroot * Hanenbergh * Hanepen * Haneveer * Harenslak * Havik * Hazeborg * Hazebroek * Hazejager * Hazekamp * Hazelager * Hazeloop * Hazenoot * Hazeveld * Hazevoet * Hazewinkel * Hebe # (Griekse jeugdgodin) * Hector # (Homeriaanse prins van Troje) * Heek * Heilbot * Heinzelmann # (kobold) * Helena # (Homeriaanse mooiste Griekse) * Hen * Hennekam * Hengst * Hengstegoor * Hengstmanger * Hengstmengel *
Hera # (Griekse topgodin) * Hercules # (supersterke Griekse halfgod) * Hermelijn * Hermes # (Grieks/Romeinse handels- en dievengod) * Hero # (mythische Griekse algemene krijgsheld) * de Hert * Hinde * Hit * ('t) Hoen * Hoenderdos * Hoenstok * Holle # (Germaanse doodsgodin) * Hom * Hommel * Hommer * Hond * Hondebring * Hondelink * Hondsmerk * Hondtong * Honing * Hoornaar * Hop * Horzel * Houting * Hydra # (Griekse meerkoppige zeeslang) *
Ibis * Ifriet # (superieure moslimgeest) * Janus # (Romeinse verleden- en toekomstgod) * Jongenotter * Jonge Vos * Jongschaap * Jumbo # (koosnaam olifanten) * Juno # (Romeinse topgodin) * Kaatvogel * Kabeljauw * Kalfsvel * Kalkoen * Kameel (Surinaamse naam) * Kapoen (gecastreerde haan) * Karper * Kat * Kater * Katerbarg * Katerberg * Katoog * Kattestaart * Kauw * Keep *
Kenniphaas * Ket * Kever * Kibbeling * Kieft * Kievit * Kiewit * Kikker * Kipmulder * Klapmuts (zeehond) * Kloek * Kluut * Knot * Knijn * Knijnenburg * Kobold # (Germaans sprookjeswezen) * Koe * de Koe * De Koe * Koebeer * Koeberg * Koebloed * Koebrugge * Koedam * Koedoder * Koedood * Koedoot * Koedijk * Koehoorn * Koehorst * Koejemans *
Koekoek * Koekkoek * Koeman * Koestal * Koestapel * Koeweide * Koet * Kol # (toverheks) * Kolos # (mythische Griekse gigant) * Konijnendijk * Koolhaas * Koolmees * Kraak # (reuze fabel-inktvis) * Krab * Kreeft * Krekel * Kril * Krols * Kuiken * Kuut * Kwak * Kwakkel * Kwartel *
Laaf # (inwoner Efteling) * Laga # (Noordse watergodin) * Lam * 't Lam * Lama * Leander # (mythische Griekse minnaar) * Leda # (mythische Griekse koningin, door Zeus als zwaan verleid) * Leefvogel * Leeuw * Leeuwerik * Leeuwenkuil/Leeuwenkuijl * Leeuwin * Lemming * Lepelaar * Leviathan # (gruwelijk zeemonster) * Lintworm * Luis * Lijster * Made * Malepaard * Malipaard * Maliepaard * Mars # (Romeinse oorlogsgod) * Marter * Martinet (gierzwaluw) * Meerman # (sprookjesfiguur) * Meerval *
Mees * Meeuw * Meivogel * Merel * Mier * Mieremet * Mierheuvel * Minerva # (Romeinse wijsheidsgodin) * Moenen # (middeleeuwse bijnaam duivel) * Moer * Monster # (gevaarlijk wezen) * Mossel * Mosselman * Mot * Mouthaan (bierslemper) * Mug * Muil * Muis * van Muiswinkel * Muizebelt * Mus * Muse # (Griekse kunstgodin) * Muskiet (< de Mesquita) * Nachtegaal * Nagtegaal * Neet * Nestor # (Homeriaanse eerbiedwaardige grijsaard) * Nimrod # (koning in Oude Testament) * Njord # (Noordse zeevaartgod) *
Odin (Noordse oppergod) * Oester * Oger # (Europees mensachtig monster) * Ojevaar * Onan # (bijbelse masturbant) * Ooievaar * Oostvogel * Ossevoort * Otter * Otterman * Otterspeer * Otterspoor * Oijevaar * Paap * Paard * Paardebek * Paardehaar * Paardekoper * Paardje * Paardkamp * Pad * Paling * Palingdood * Pallas # (ook Athene; Grieks/Romeinse godin van kunst en ambacht) * Pan # (Romeinse herdersgod) *
Papegaai * Papegaaij * Pauw * Pauwstaart (Surinaamse naam) * Pax # (Romeinse vredesgodin) * Pees * Pekelharing * Pellekaan * Pels * Pens * Pier * Phoenix # (uit eigen as herrezen Romeinse vogel)Platje * Plato (oud-Griekse wijsgeer) * Plop # (tv-kabouter) * Pluim * Pluut * Pluvier * Poedel * Poes *
Pollux # (Romeinse mythische tweelingbroer van Castor) * Poon * Pop * Poppegaai * Pos * Poten * Prus (parkiet) * Pul (eendje) * Putter * Raaf * Ram * Rammelaar * Rashaan * Rat * Ree * Reebok * Reehoorn * Reewinkel * Reiger * Reus # (meestal eng in sprookjes) * Reiger * Rietvink * Rimmelzwaan * Ritstier * Rob * Roc # (fabelvogel) * Roek *
Roelvink * Roerdomp * Rog * Rolvink * Rosmolen * Rotgans * Rozevink * Runderkamp * Rundervoort * Rups * Rijpaard * Samson (bijbelse krachtpatser) * Satan # (bijbelse opperduivel) * Schaaphok * Schaaphuijzen * Schaapman * de Schaapmeester * Schaapsmeerdere * Schaapveld * Schaapwol * Schar * Schellevis * Schellevisch * Schelp * Schimmel * Schol * Schutrups * Serval * Sibille # (waarzegster) * Siervogel * Sillevis * Sint Nicolaas # (oeroude weldoende bisschop) *
Sirene # (Griekse halfgodin, vrouwenhoofdvogel * Smelt * Smient * Snip * Snoek * Socrates (klassieke Griekse wijsgeer) * Sparling * Specht * Spelthaan * Sperwer * Spiering * Spin * Spinmuis * Spons * Spook # (enge nachtgeest) * Spreeuw * Sprot * Stern * Stier * Stoerhaan * Stokvis * Stokvisch * Stoorvogel # (mythe) * Struif * Struis * Struisvlugt * Stuurhaan * Sijs *
Taling * Teek * Thor # (noordse dondergod) * Tong * Tor * Torreman * Troll # (gemene Vikingdwerg) * Tuimelaar (zeehondjong) * Uil * Uilenhoed * Uilenreef * Uurhaan * Vaars * Valkenier * Varkevisser * Vel * Veldhoen * Ventevogel * Venus # (Romeinse liefdesgodin) * Vettevogel * Vinkenvleugel * Visje * Vleugel * Vlieg * Vliegendehond (vleermuissoort) * Vlieggans * Vlinder * Vloo * Vogelgesang * Vogelpoel * Vogelvang * Voshaar en Oude Voshaar * Voshart * Voshol * Vosjan * Voskuil * Voslamber * Vossegat * Vossekuil * Vrijvogel *
Walvis * Walvisch * Wants * Weigergans * Welp * Wezel * Wiek * Wieland # (mythische germaanse smid) * Wildenbeest * Witpaard * Witpeerd * Wolbeer * Wolf (plus 91 samenstellingen met ‘wolf’ waaronder Bierwolf * Schoonewolf * Wolfert * Wolfgang * Wolfram * Wolfrat * Wolfsjager * Wolfskeel * Wolfschoon * Wolfswinkel) * Wolven * Wolvetang * Worm * Wouw * Wulp * Wijting *
IJspaard * IJsvogel * Zalm * Zeelt * Zeevalk * Zeus # (Griekse oppergod) * Zinkhaan * Zwaan * Zwaantjes * van der Zwaluw * Zwanepol * Zwanenbeek * Zwartpaard * Zwijnepoel.
Natuur
Bomen, bloemen, planten en struiken: vruchtbare inspiratie voor naamgevers. Hoewel, echte multinamen zijn schaars. De gigant is Bos met 35.407 mensen en 841 afleidingen met bos/bosch zoals Belderbos * Biesterbosch * Bombosch * Bosbaan * Bosboom * Boschaart * van Bosbeek * Bosdijk * Bosgaard * Boshakker * Boschhacker * Boschhakker * Boschsma * Bosdriesz * Bosgieter * Bosgoed * Bosgraaf * Boshamer * Boshart * Boshuis * Bosklopper * Boskuil * Bosloper * Bosma * Bosschieter * Bosstad * Bosvancharante * Bosvogel * Boswinkel * Boswijk * Braambosch *
Bijsterbosch * Crombosch * Dennebos * Doornbos * Edelenbos * Elsebos * Gottenbos * Halebos * Hazenbos * Hoejenbos * Houtenbos * Kiekebos/Kiekebosch * Kievitsbosch * Krabbenbos * Kruidbos * Kwakkenbos * Loverbos * Meibos * Netelenbos * Notebos * Pieplenbosch * Kruidbos * Kruitbos * Kwakkenbos * Peppelenbos * Ridderbos * Snoeijenbos * Spelbos * Spijkerbos * Stroobos * Strijbos (multi) * Takkebos * Trimbos * Uijlenbosch * Uit 't Bosch * Vleerbos * Vorstenbos * Walterbos * ... tja, ooit was ons land vol bebost.
Dan volgt Blom met 14.678 plus 71 samengestelden * (van de/van den/van der) Bosch met 10.941 * Stam met 9.402 * (van/van den/van der) Boom met 7.649 en 217 samenstellingen met 'boom', o.a.: Akerboom * Akkerboom * Appelboom * Beereboom * Belboom * Berkenboom * Beukeboom * Bierboom * Blijboom * Boerboom * Bolleboom * Boomhouwer * Boomman * Boomsluiter * Borsboom * Bosboom * Broodboom * Busboom * Cacaoboom * Carseboom * Cederboom * Dennenboom * Dikkeboom * Dorreboom * Eikeboom * Eikelenboom * Esseboom * Eijkelenboom *
Fierboom * Ganseboom * Ganzeboom * Graanboom * Groeneboom * Haalboom * Hakeboom * Hazenboom * Hoenderboom * Hogenboom * Holleboom * Hoolboom * Huizenboom * Hulseboom * Jongboom * Karseboom * Kerseboom * Kersenboom * Klimmerboom * Koerboom * Kruysboom * Kwekkeboom * Langboom *
Lievenboom * Lindeboom * Meiboom * Muileboom * Neuteboom * Noteboom * Notenboom * Oranjeboom * Palmboom * Pereboom * Perzikboom * Renneboom * Runneboom * Schoneboom * Slagboom * Schierboom * Schoonboom * Schuddeboom * Sleefenboom * Storteboom * Sturkenboom * Tafelboom * Talboom * Theeboom * Tweeboom * Veldboom * Vierboom * Vijgeboom * Zeverboom *
* Hulst met 3.646 incl. de uit het Zeeuws-Vlaamse stadje afkomstige geslachten * Braam (3.112) * Bloem (2.988) met 63 samengestelden (zoals Bloemenhart * van Bloemenhuis * Bloemenveld * Bloemhart * Bloemheuvel * Bloemist * Bloemkolk * Bloemrijk * Bloemscheer * Bloemzaad * Bloemenkolk * Bloemzaad * Boterbloem * Goudsbloem * Heibloem * Heidebloem * Heilbloem * Koningsbloem * Nagelbloem * Veldbloem * Vlasbloem * Wasbloem) *
Steen (plus 253 samenstellingen (zoals Baksteen * Boksteen * Dobbelsteen * Drupsteen * Glijsteen * Gloeijsteen * Goldsteen * Hamersteen * Hardsteen * Hartsteen * Meulensteen * Puimsteen * Springsteen * Steenbak * Steenbakker * Steenbreker * Steenbrugge * Steendam * Steendijk * Steengraver * Steenhaard * Steenhard * Steenhart * Steenhouwer * Steenhuis * Steenkist * Steenkuijl * Steenland * Steenman * Steenmijn * Steenkist * Steenweg * Steenwinkel * Steenwoerd * Turkensteen * Vuursteeen * Wittesteen)
Onze lijst:
Aardbodem * Acer * Alsem * Anjelier * Appeldoorn * Balsemien * Bast * Bellefleur * Berk * Bereklauw * Berkenpies * Bes * Beuk * Beuken * Beukenboom * Blad * Bladergroen * Blankengroen * Bloemhof * Bloesem * Blomsteel * Bolster * Boterblom * Braam * Brem * Ceder * Citroen * Dadel * Dalia * Den * Dennendal * Distel * Distelblom * Doornhaag * Dopheide * Druif * Druiventak *
Duizendschoon * Eik (met 28 samenstellingen als Bergeik * Eikeboom * Eikel * Eikelboom * Eikelhof * Eikenboom * Eikenbroek * Eikenhout * Eykenloof * Eikhout * Eikhuis * Eikmans * Eikmeier * Steeneik) * Els * Erica (heide) * Es * Essenstam * Espeldoorn * Evengroen * Gagel * Gazon * Gelderblom * Goudsbloem * Goudsblom * Gras * Groenbast * Groen in 't Woud * Groen in 't Wout * Groenintwoud * Groeizaam * Haasnoot * Hagebeuk * Hagedoorn * Hagel * Halvemaan * Hars * Hazelaar * Hazenoot * Hazelnoot * Hederik * Hei * Heibloem *
Hout - plus veel samenstellingen met 'hout' (zoals Berghout * Boerhout * Beukenhout * Bokhout * Bijlhout * Cederhout * Dikhout * Dorhout * Droeshout * Ebbenhout * Elshout * Grijzenhout * Hoonhout * Houtakkers * Houtappel * Houtbraken * Houtekamer * Houtepen * Houtgraaf * Houthakker * Houthooft * Houthuis * Houtkoper * Houtkruijer * Houtman * Houtschilt * Houtsmuller * Houtsnee * Houttekier * Houttuin * Houtvester * Houtwipper * Houtzager *
en Kaersenhout * Kampenhout * Kerkhout * Kersenhout * Kneppelhout * Kromhout * Koppenhout * Kwisthout * Langhout * Lieshout * Minderhout * Moerenhout * Muishout * Nagelhout * Nieuwenhout * Noothout * Nijhout * Onkenhout * Oothout * Pijckhout * Rondhout * Rijnhout * Schelfhout * Schiebelhout * Schierhout * Schrijnhout * Sniphout * Soethout * Speekhout * Spiekhout * Stierhout * Stiphout * Tuinhout * Uytenhout * Varenhout * Vastenhout * Walhout * Waterhout * Weekhout * Zoethout * Zoethoutmaar * Zuurhout) *
Hulst * van de Iepenhaage * Kastanje * Katje * Kers * Klaver * Kleinbloesem * Klis * Knop * Korenblom * Kortstam * Kriek (kers) * Kril * Kroos * Kruid * Kurk * Laurier * Lelie * Lelieveld * Limoen * Linde * Lindeblad * Lis * Loo (open plek in bos) * Loof * Loot * Maan * Madelief * Maneschijn * Mansoor * Maretak * Meidoorn * Meloen * Mispelblom * Mist * Morel * Mos * Netel * Nimmerdor * Noot * Notenbomer *
Olmtak * Onderdelinden * Overdelinde * Palmtak * Pepernoot * Peppel * Peul * Plant * Planthof * Plantsoen * Pluim * Plukkeroos * Popelier * Potappel * Pijnappel * Roos * Roosenschoon * Roselaar * Rozen * Rozenstraten * Rozenstruik * Schors * Sinaasappel *
Stek * Rozenstruik * Salie * Schors * Sparretak * Sprank * Spriet * Spruit * Stamper * Stengel * Ster * Stobbe * Stokroos * Stronk * Struik * Spruit * Stuifmeel * Treurwilg * Tros * Tulp * Vlier * Vrucht * Wier * Wiet * Wilgenblad * van de Winterzon * Wolk * Wortel * IJkelenstam * Zaad * Zeldenhulst * Zomervrucht * Zon * Zonnenschijn * Zuidewind * Zwam *