Bijzondere Achternamen
'Digitaal Erfgoed'

 

 


De klassieken nagebootst. Latijnse namen zonder afkomstige naam. Onze lijst

Vier eeuwen geleden waren we per hoofd de rijkste Europese natie, maar de Gouden Eeuw was een dun randje door enorme verschillen in welvaart.  We wonnen met huurlegers oorlogen tegen machtige Spaanse, Franse, Engelse en Duitse vorsten. Vluchtelingen en gelukzoekers zochten ons. Vooral Holland (Noord en Zuid), meest uit Vlaanderen en Duitsland maar ook uit Frankrijk, Engeland, Portugal, Spanje en van verder weg. Soms protestantse of joodse asielzoekers die interessante eigen negotie meebrachten en zich vooral in Amsterdam ontplooiden.

Veel gastarbeiders. Dagloners of tijdelijke contractanten (sorry, zzp-ers) kwamen uit nabije Duitse gewesten te voet aangelopen voor de oogst - de hannekemaaiers. Of voor een contractje in nijverheid, koopvaardij, leger, marine. Als meid of knecht in vaste persoonlijke dienst. En in ongeschoolde baantjes die de, om hun bakstenen huizen 'steenrijk' genoemde, Hollanders te min waren. Net als nu. 

Ze stierven soms in de strijd ter zee en te land of meteen in Batavia (Djakarta) na een behouden tocht van een half jaar om de kaap de Goede Hoop aan scheurbuik of gemene tropische ziekte. Maar de meeste, in de bloeiende steden van onze tolerante republiek, nuttige blijvers burgerden in. Huwden lokale jongedochters en stichtten een gezin. Of lieten familieleden overkomen - weer net als nu. Zie /Naaste buren voor veel vernederlandste en voor behouden Duitse, Franse en Engelse namen.


Helaas ontbreken er bekenden namen uit onze geschiedenis

Zoals theoloog Jacobus Arminius (< Harmenz), twistend over bijbeluitleg met Franciscus Gomaris (< Gommer nu 32) * schoolmeester Willem Bartjens * hoogleraar geneeskunst Hermanus Boerhaave * veelzijdig intellectueel Dirck Volkertsz Coornhert * polder-ingenieur Nicolaus Cruquius (< Nicolaas Kruik, nu nog Kruuk 32) * onderzeebootpionier Cornelis Drebbel * 

jurist Hugo Grotius van het wereldrecht op vrije zeevaart * klokkengieter Pierre Hemony * soldaten Breda insmokkelende veerman Jan Koppelstok * watergeuskapiteins Willem Lumey en Diederik Sonoy * wiskundige Willebrord Snellius * Portugese zeekaarten gappende ontdekkingsreiziger Jan Huigen van Linschoten * gouverneur-generaal VOC Joan Maetsuycker * staatsman Johan van Oldenbarnevelt * atlasuitgever Gerard Mercator * beeldhouwer Artus Quellinus * 

schilders Hendrick Goltzius, Jan van Scorel (uit Schoorl) en Pieter Saenredam * wetenschapper Simon Stevin * gouverneur van Nieuw Amsterdam (pardon, New York) Peter Stuyvesant * bioloog Jan Swammerdam * de familienamen van het prille, opzichtig rijke, door Rembrandt ten voeten uit vereeuwigde Amsterdamse echtpaar Oopjen Coppit en Maarten Soolmans verdwenen. Aparte achternamen: ook toen vergankelijk * schilder Johannes van der Beeck vertaalde zijn naam naar Torrentinus *



Van admiraal Michiel de Ruijter bestaan geen mannelijke afstammelingen. Wel draagt de familie Bestevaer (<5) zijn erenaam in de marine * en ondanks 5.577 multinaamgenoten Tromp bloedde de stamboom van de vlootvoogden Maarten en Cornelis dood * ook als multi bestaat de naam van schilder Jan Steen (1.410) * er is nu een basisschooldocent Rembrand van Rijn (geen familie van): zijn kunstlievende moeder bedacht de perfecte combinatie. Wel legt hij het steeds uit - stiekem toch leuk? * ook de naam Banninck Cocq, commandant van de door Rembrandt vereeuwigde Amsterdamse Nachtwacht, stierf uit * maar de naam van ontdekker van Paaseiland Jacob Roggeveen bestaat nog ruimschoots (759).




Namen die eindigen met ‘ckx’ zijn van Vlaamse families, door vervolging om opstandig protestants geloof naar onze zeeprovincies gemigreerd - meest naar Amsterdam. Gelukkig inclusief hun innovatieve nering in overzeese handel, maar helaas ook met de statistisch onzichtbare expats van nu.


Het geringe aantal van 25.000 buitenlandse namen in 1947 wijst, behalve op naamaanpassing, op normaal uitsterven van kleine geslachten door overlijden of vertrek naar elders. Daarnaast stroomden er vlak na WO II nog weinig gastarbeiders, politieke vluchtelingen, immigranten en expats in. Elk land werkte aan de eigen wederopbouw.


Ons lijstje bestaat uit figuren uit de tachtigjarige oorlog, en soms eerder of later, van architecten, geleerden, ingenieurs, kooplieden, kunstenaars (meestal schilders, zoals Adriaan van Ostade met 54 nazaten), militairen, notabelen, ontdekkingsreizigers, politici, predikanten, regenten, staatslieden. Zelfs een filosoof: Baruch Spinoza (met in 1947 nog één naamgenoot). Hoogleraar wijsbegeerte Kaspar van Baerle (nu <5) noemde zich Casparus Barlaeus (0). Wiskundige Willebrand Snel van Royen werd Snellius (0). Kortom, de spraakmakende elite waar historici nu over schrijven.

Daar is ook Bontekoe (521) met hun(?) stoutmoedige zeevaarder en ontdekker Willem Ysbrantz Bontekoe. Plus Tasman (nog 7 nazaten) met naamgever in 1642 van Tasmanië Abel Tasman. Ook Ripperda (46) met voorvader Wigbolt, taaie verdediger van Haarlem in 1573 - na de overgave door de Spanjaard onthoofd - zo deed je dat toch. Van de stadsmuur-amazone Kenau Simonsdochter Hasselaer verdween helaas de naam. En er is Erasmus met voornaam Desiderius, de gewenste zoon van een Goudse priester en zijn huishoudster.


De klassieken nagebootst

Opvallend zijn de latiniseringen en vergrieksingen. Je deed de Latijnse School, als kostbare middelbare opleiding, uitsluitend toegankelijk voor jongemannen uit hogere stand en gegoede burgerij (voor meisjes toen taboe). Ze studeerden dan aan de universiteit van Leiden, Groningen, Franeker, Utrecht of Harderwijk. Of de hogeschool te Amsterdam en, als papa maar dokte, doctoraal zelfs aan een Franse of Italiaanse universiteit - mooi op je cv. Taal geen probleem want colleges en examens overal in het latijn. Geen wonder dat je je dan professioneel ook zo presenteerde. Bewust afscheid van je familienaam ter entree in de betere kringen. Ik had me Hupkius of Hupkesius genoemd of op z'n grieks Hupkeus. Idioot, maar toen maakte dat niet uit. Als het maar belangrijk klonk.

In de 15de en 16de eeuw van Verlichting kwam, als reactie op de strenge christelijke leer, het Latijn als Europese taal van beschaving terug. Geleerden correspondeerden zo internationaal. De Pool Niklas Koppernigk werd Nicolaus Copernicus en er waren de Zweden Carolus Linnaeus en Andreas Celcius * De Tsjechische theoloog Komensky werd Comenius * Een Duitse jezuït noemde zich Naktenus * En de Franse toekomstziener de Nostradame veranderde dat in Nostradamus * 

De Vlaamse botanicus Charles de l' Écluse werd Carolus Clusius * Cartograaf De Kremer uit Rupelmonde noemde zich Rupelmundius * Atlasmaker Ortels uit Antwerpen werd Ortelius * De Vlaamse drukker Moerentorf maakte er Moretus van * Humanist Joris van Lanckvelt heette Georgius Macropedius (lang veld in het oud-Grieks) * En naamgever van Amerika Amerigo Vespucci vertaalde zich naar Americus Vespucius * 

Predikant Gerardus Lievense vond het Romeinse Livius fraai * Monnik Johannes Stroeve noemde zich Placentius (struif is placenta in het Latijn) *  Haverkoopman Havenaar werd Avenarius * Een van den Bosch noemde zich Hylocomius: met woud begroeid in het Grieks * Arents werd Aquilius * Descartes werd Cartesius * een Duitse diplomaat Olearius * er was Gropius, zoals later Bauhaus-architect  Walter Gropius * de geleerde Joost Lips werd Justus Lipsius *




Volgens het Meertens zijn er ongeveer 1.500 namen gelatiniseerd en 100 vergriekst. Bij pakweg 1,5 miljoen inwoners van onze republiek is dat weinig, maar onbekend is hoeveel geslachten met zulke namen nu zijn uitgestorven. Voor artsen, hoogleraren, juristen, wetenschappers, predikanten en andere afgestudeerden werd het een verplicht nummer, want iedereen deed het. Duidelijk etiket van solide geleerdheid. Maar ook statuszoekers: succesvolle ondernemers, kooplui en andere innovators. Een modern ritueel verschijnsel in Europa. 

Je gaf je visitekaartje 's middags op de wekelijkse jour van mevrouw aan de gedienstige bij de voordeur af.  Werd je ontvangen - als mogelijke huwelijkskandidaat voor een dochter, geschikte partner op de kaartavond of zakenrelatie? Notabiliteit was in de standenmaatschappij belangrijk en werd subtiel beoordeeld. De dame des huizes besliste, bij twijfel na informatie uit eigen netwerk en evt. overleg met manlief, of men zo'n nieuweling ontving. Presentabel uiterlijk, nette uitspraak, up to date kledij, goede manieren en onderhoudende kout waren onmisbaar. En asteblief ook nog van goeje famielje. Anders na eenmalige kennismaking weigering van entree. Nu bepaalt dochterlief zelf meestal of ze een vriendje thuis vraagt, evt. inclusief haar slaapkamer.

Naampurist Johan Winkler (Bronnen/Achternamen in Nederland & Vlaanderen) vond de 'naamvervorming gekkigheid' (1885): 'dwaasheid en ijdelheid, met vals vernuft verdraaien van je naam door predikanten en ingebeelde geleerden'. Zoals twee dominees in Leeuwarden, Pholylides (zoon van Folke) en Eliacus (zonnekind). Berend Boues, predikant te Eilsum, noemde zich Eilshemius.  Chrysopolitanus  kwam uit Gouda en Arminius Veteraquinas uit Oudewater. Sommige 'modieuze misvormingen door verbasterde taalsmaak zijn ware monsters, als Gardingius, Hachtingius, Hallungius en Hundlingius'.



De naamkundigen Ten Houte de Lange en De Jonge noemen in Het Dubbele Namenboek omzettingen naar het Oud-Grieks. Veelal in het noorden des lands  na universitaire studie in Franeker of Groningen. Aangevuld met eigen onderzoek en gecheckt op voortbestaan in 2007 deze selectie:


Andrae * Aenea Venema * Antonis = Antonides * Aronds = Arondeus * Amour = Amoureus * Bacchus * van Baarle = Barleeus * Baelde = Baldaeus * Bense = Benzonides * Bleuanus * Bodewes = Bodeus * Bodde = Boddeus * Boue = Bouides/Bouius * Bolander * Calander * Casander * Cerneus * de Lezenne Coulander * Cunaeus * Cuneus * Dodonaeus * Ennaeus * Felius (zoon)  = Feleus * Feeleus * van der Willigen = Gadsonides (omgezet van Gatses) * 

Haje = Hajonides * Hermans = Hermanides * Harman = Harmanides * Hilarides * Hornes = Horneus * Hyle/Hilarius = Hylarides * Jacob = Jacobides * Joan = Joannides * Lolle = Lollides * Lones = Loneus * Maccander * Mallander * Mamadeus * Mammadeus * Mateus * Mens/Mense = Mensonides * Menzo = Mensonides * Michaelis = Michaelides * Neumann = Neander * Nicola = Nicolaides * Nip = Nippeus * Nolle = Nolledes * One = Oneedes * Paul = Paulides * Pelizaeus * Peters = Petrejus/Petraeus * Remeysen = Remeeus * Simons = Simonides * Sonius = Soonieus * Spier = Spierieus * Boogman/Bogenmaker = Toxopeus * van de Water = Hydoraeus * IJnse = IJnsonides * IJnzen = IJnzonides * Ypeij * Zethreus.


Ook omzettingen naar het Latijn zijn vaak herkenbaar omdat beide versies nog bestaan. Soms meerdere academici uit dezelfde stamnaam. In 2007 nog 534 achternamen die op ius eindigen. Met respect voor die volhardende vier eeuwen oude geslachten:

Adams = Adamus * Adriaan = Adrianus * van Agt = van Agtus * Aising = Aisonius/Aizonius  * van Akkrum = Akronius/Accronius  * Albus = Albinus * Allon = Allonsius * van Althuis = Althuisius/Althusius * Ambrose = Ambrosius * Angus = Angius * Apol = Apollius * Appel = Appelius/Apallius * Arends = Aquilius * Arentzen = Arntzenius * Arnt = Arntzen = Arntzenius * Arons/Aronds = Aronius * Baureijs = Bauritius * Baven = Bavius * Beeksma = Bekius * de Beer/Bernhard = Ursinus * Beetz = Beetzius *

Bergan/Bergander = Bergansius * Berghaan = Berghansius * Bil = Bilius * Blaas = Blasius * Blaisse = Blazius * Bockstael = Boekstal * Blokker = Blokkerus * Bodin = Bodingius * Bols = Bolsius * Bole = Bolenius * Bont/Bontjes = Bontius * Bonus = Bonius * Boom = Bomius * Boonaerts = Bonarius * Boots = Boëtius * Boret = Boretius * Borg/Borges/Borgees = Borgesius * Bores/Boreas = Borrius *


Bors/Borsjes = Borsius * Bote = Boëtius * Bour/Bourik = Bouricius/Bouritius * Bouwer = Bouricius * Bovens = Bovenius * Braun = Braunius * Breed = Bredius * Brix = Brixius * Bron = Bronius * Broos = Brosius/Ambrosius * Brouwer = Brouwerus * Brouwhuis = Bruhezius * Bruin = Bruinius/Bruinisius * van der Bruggen = Pontanus * Bruynes = Bruynius * Budding = Boddingius * Bussen = Bussenius *

Cankrien = Cancrinus * Carbaat/Karbaat = Carbasius * Caris = Carius/Charisius/Abcarius  *  Casie = Casius * Christiaans = Christianus * Claus = Claudius * Cnoops = Cnopius * Cohen = Cohensius * Compaan = Companus * Cordes = Cordesius * Cornelis = Cornelius * Corst/Corsten = Corstius * van Corswarem = Korswagen * Coster = Costeris/Costerus * Cramer = Cramerus * Cremer = Cremerius * Croll = Crollius * Crutzen = Crutzius * Curth = Curtius *

Daris = Darius * Dell = Dellius * Demeter = Demetrius * Derksen = Dirrix * Deutgen = Duitgenius * Deijl = Deijlius * Dillen = Dillenius * Dinjens = Dinius/Dillenius * Dinkgreve = Dinckgreve * Dion = Dionisius * Doeve/Doove  = Dovianus * Dolijn = Dolenius * Doomernik = Dominicus * Don = Donius * Dories = Dorrius * Ducaat = Ducardus * Duit/Duitgen = Duitgenius * 

te Dunne = van Dunné * Elens = Elenius * Elsenaar (Schoenmaker) = Elsnerus * Emme = Emmius * Entjes = Entius * Eras = Eradus/Erasmus * van Erkom = van Erpecum * Essen = Essenius * Everhard = Everardus * Eijfferts = Eijffius * Fabries = Faricius * Faverey = Faverus * Fercken = Ferkenius * Fiegel = Vigelius *  Flanderhijn  = Vlaanderen * Florentijn = Florentinus * Fontijn = Fontanus * Fritz = Fritzius * 


* Gebert = Geberius * Genis = Genius * George = Georgius * Gerbrands = Gerbrandy * Germans = Germanus * Gerson = Gersonius * Giskes = Gisius * Glas = Glasius * Glorie = Glorius * Glijm = Glijmius * Gobets = Gobius * Goebert = Goebertus * Goedel = Gaudesius * Gombert = Gomarus * Goris = Gorius * Gregoire = Gregorius * Grent = Grentzius * Grim/Grimme = Grimmius * Grimmelt = Grimmius/Grimmelius * de Groot = Grotius *

Hagen = Hagenus/Hagenius * Hagting = Hagtenius * Hajen = Hajenius * Halbard = Albartus * Hartog = Hartogensis/Hartogensius * Havenaar = Avenarius * Herens = Herinius * Heeris = Heerius * Hees = Hesius/Heezius * Heida = Heidanus * Heins = Heinsius/Heynsius (een takje overtroefde dat met Gueinsius) * Heleenders = Helenius * Hempen = Hempenius * Heshuijsen = Heshusius * Hessel = Hesselius * 

Hilkes = Hilarius * Hille = Hillenius * Hoden = Hodenius/Hodinius * Hof = Hoffius/Hovius * Holt = Holtus/Hautus * Holties = Holtius * de Hond = Kanis/Canisius * Hond = Hondius * Hopper = Hopperus * Horjes = Horjus * van Hove/Hovis = Hovius * Huisman (boer) = Agricola * Huntjens = Canisius *

Jansen = Jansonius * Janssen = Janssonius * Jensen = Jensenius * Jochems = Jochemus * Joncheere = Jongcherius * Jongert = Jongerius * de Jonge/de Jongste = Junius * Julius = Julianus * Junger = Jungerius * Jurres = Jurrius * Just = Justus * Kaal = Calvis * Kaas = Kasius/Kazius/Casius * Kaasenbrood = de Casembroot * Kanis = Canisius * Kardol = Kardolus * Kattestaart = Cattenstart * Keller = Cellarius * Keuch = Keuchenius * Kissels = Kisselius * Kliphuis = Klippus * Knoops = Cnoops = Cnopius * Knotter/Knötter = Knottnerus * Koch = Cochius/Kochius * Koppes = Koppius *


Koet = Avis/Aafjes * Koppies = Koppius * Kornelis = Kornelius * Kors = Corsius/Corstius * Korsel = Korzelius * Korving = Korvinus * Kraamwinkel = Cramwinckel * Kraus = Crusius * Ketting = Quetting * Krings = Quaring * Krist = Cristerius * Kruk/Kruik = Crucq * Krutzen = Crusius * Kuiper/Cuyper = Cuperus/Couperus * Kwaaitaal = Quaijtaal * Kwaak = Quaak * 

Kwak = Quak * Kwaks = Quax * Kwast = Quast * Kwint = Quint/Quintus/Quintius * Kwist = Quist * Ladee = Ladenius * Lantz = Lantzius * Laurent = Laurentius * Lees = Lesius * Lesius = Leijsius * Leijs = Leijssius * Lindenhof = Lindenhovius * Ling = Lingius * Loder = Lodérus * Lodder = Lodderus * Loof = Lovius * Loor = Lorius * Los = Lossius * Lucas = Lusasius * Lutz = Lucius *

Maes = Masius * van Mannekus = van Mancius * Marius = Smarius * Markwat = Marquart * Martinus = Martinius * Matthes = Matthesius * Melis = Melius/Milius/Mylius * Meljes = Mellius * Mevis = Mevius * Misérus = Miserius * Möbius = Mebius * van der Molen = Molenus * Monheim = Monhemius * Montaan = Montanus * 

Nappius (< Nap) * Naethuijs = Nathusius * Nip = Nipius * Nipper = Nipperus/Nepperus * Niks = Nix * Noltee/Nolten = Nolthenius * Noorda = Noordanus * Noot = Nota * Oden = Odenius * Odin = Hodinius * Oele = Oelius * Orij = Orijnus *

Paris = Parisius * Persoon = Personius * Pertijs = Parthesius * Piper = Pipardus (?) * Pisters/Pistoor = Pistorius * Ples/du Plessis = Plessius * Poppe = Poppijus/Poppeyus  * Pors = Porsius/Porssius * Postmus = Posthumus * Praet = Praetorius * de Preter = Pretorius * Profijt = Prophitius * Puff > Pufkus = Puffius * Quint = Quintus *

Raad/Radijs = Radius * Rabe = Rabus/Rabius * Rebel = Rebelius/Rebellius * Redding = Reddingius * Reefs = Revis/Revius * Rees = Resius * Regnier = Regnerus * Remie = Remius/Remigius * Remmig = Remigius * Remus = Remius * Reppel = Repelius * Rese = Resius * Rhodes = Rhodius * Ribbes = Ribbius * 

Richard = Richardus * Rinkhoud = Ringenoldus * Robel = Robelus * Roep = Roepius * Roldaan = Roldanus * Ros = Rossius * Ruardy = Ruarus * Rubers = Rubertus * Ruighaver = Ruychaver * Rump = Rumpius * Rus = Rusius/Ruzius * Sagis = Sagius * Samel = Samelius * Sammel = Sammelius * Samplon = Samplonius * Sander = Sanderus * Sassen = Sassenus/Sassenius *


Scharis = Charisius * Scheid = Scheidius * Schell = Schellius * Scheltens = Scheltonius * Schenk = Schenkius * Scherp = Scherpius * Schipper = Schipperus * Segers = Segerius * Scholten (12.764)  = Scholtanus (66) * Scholtes = Scholtus/Scholtius * Schomers = Schomerus * van Schooten = Schotanus * Schraver = Schraverus * Schrevel = Schrevelius/Schrewelius * Seger = Segerius * Sens = Senstius * 

Servaas = Servatius * Severs = Severius * Sieders = Siderius * Sieljes = Sillius * Silvis = Silvius * Simons = Simonis * Slaat = Slatius * Slater = Slaterus * Soons/Zoon = Sonius/Sonnius  * Speek = Specovius * Speets = Speetsius * Spier = Spierius * Staats = Statius * Stampaert/Stamper/Stamps = Stamperius * 

Staphorst = Staphorsius * Staphout = Staphorius * Stavast = Stavasius * van Staveren = Stavorinus * Steffens = Stevarius * Steffers = Steffarius * Stephan = Stephanus * Stoffer = Stofferis/Stofferus/Stofferinus * Stoof/Stove = Stovius * Stomp/Stumpf = Stumphius * van Straten = Stratenus * Stuifzand = Stuyvesant *  Stumph = Stumphius * Sybrand = Sybrandy *

Tammer = Tamerus * Tant = Tantius * Thomas = Thomasius *  Thorissen = Thorius * Tibbert = Tiberius * van Tiel = Tilanus * Tjalling = Tjallingius * Tjallings = Tjallingii * Tomberg = Thombergius * Torenbeek = Thorbecke * Urban = Urbanus * 

Verweel = Verwelius * Vilier = Vilerius *  Vledder = Fledderus * Voets = Voetius * Vorst = Vorstius * Vos = Vossius * de Vries = Frisius * Wald = Waldus * Walvis = Walvius * Werges = Wergius * Wessels = Wesselius/Wiselius  * Wigbout = Wibaut * Winkens = Winkenius * van Winsum = Winsemius * Wolves = Wolvius * Wybrand = Wybrandy * IJsbrand = IJsbrandij * Zegers = Zegerius/Zeguers * Zelvers/Zelvis = Zelvius * Zipp = Zippelius  * Zoon = Sonius.


Naast zulke gemakkelijke aanpassingen zijn er ook regelrechte vertalingen: Agricola (382) en Rusticus (142) = Boer, Bouman, Bouwman of Huisman * Aquarius (92) = Waterman (542) * de Beer en Bernhard = Ursinus (197) * een tak van den Berg  (57.377) Montanus (189) * Boogman (47) Toxopeus (395) * Brood = Panis (?) * van der Ligt werd Lucius * de Jongste = Junius (18) * Kremer (3.537 handelaar), soms Mercator * topmulti de Jong (86.534) in enkele elitaire geslachten Jongerius (1.250) * Bakker (55.273) soms Pistor (13), Pestorius (344) of Bakkerus * Seltenrijch werd Zeldenrijk * Vorbrock (lendendoek) = Perizonius * IJzerman (1.120) = Siderius (metaalbewerker, 349) * van de Velde (3.368) = Campanus (6) *

Er was geen wettelijke overheidsregistratie en je naam was particulier domein. Aparte familienamen interesseerden nauwelijks. Van de Lange of de Groot, afstammelingen van een lange of grote man, werd een fractie Magnus of Grotius * de Hond werd Kanis of Canisius * Neumann = Neander * een gezeten Kramer  werd Mercator * Oudraad werd Gerobaldus * een luxe Schoenmaker werd Sutor of Sutorius * een modieuze kleermaker Snijders noemde zich Sartorius * een toptimmerman Timmers = Fabritius * van de Water werd Hydoreus * de Wit = Albinus * Zeilmaker = Velius *


Er zijn 6.783 naamdragers Faber, een aanzienlijke omzetting van Smid(s/t) met nu 28.134 * Een familietak Tuinman noemde zich Hortensius en anderen kozen Hortulanus of Gardenier * een belangrijke Kuiper werd Viëtor of Couperus * een binnengevarende Schipper werd Nauta (multi) * van Lankveld werd Macropedius... * een goed boerende van de Velde werd Campanus  * Zelle = Cellarius * een tak IJzerman heette voortaan Siderius en Huntjens = Canisius * Vrijfpenninck werd vrij vertaald als Terenummus * 

Van der Bruggen en ook Dupont werden Pontanus * Praetorius komt van een jongeman Schulte die predikant werd en zijn naam krakkemikkig latiniseerde * Albus is mogelijk van de Wit. De Vlaamse predikant Platevoet (platvoet) werd als betrouwbare kaartenmaker en - drukker Plancius in Amsterdam beroemd - de avontuurlijke Hollanders wilden graag vaarroutes voor hun verre negotie * de Enkhuizense stadsarts Berent ten Broecke, in Padua afstudeerd, noemde zich Bernardus Paludanus * 

waarom de familie van den Bleeck (0) de naam Torrentinus (0) aannam is onduidelijk - maar chique klonk het zeker. Stroeve werd vergezocht Placentius *  Vond je dat je voor schut ging, dan deed je het ook : een tak Naaktgeboren (nu 618) werd Posthumus (nu 2.419).  Naaktgeboren kan verbasterd zijn uit Nachgeboren - de laatste van een tweeling bij de bevalling. Of een meer dan negenmaands kind dat bij een nieuwe weduwe ter wereld kwam. Een Zeilmaker vond Velius fraaier. Dat was niet verboden, maar een etiket voor zijn beroep. En hij kon als parvenu te kijk staan.

Latijnse namen zonder naam van afkomst

Soms is de naam van afkomst onduidelijk of verdwenen. Aannemen van een nieuwe naam: je deed gewoon waar je zin in had. Het was wel een gok op hogere status. Ze klinken wel prachtig!

Acronius (uit Akkrum) * Alsthorpius (uit Alsdorf) * Apallius * Apellius * Baelus * Bannius * Barleeus * Bexelius * Blazius * Bocatius * Boddius * Bothenius * Bouiius * Bovenius * Brozius * Brunnarius * Brusus * Buranus (uit Buren) * Busenius * Cadovius * Catenius * Cazius * Charizius * Chelius * Cadovius * Casparius (< Caspers) * Catenius * Cazius * Charizius * Chelius * Clausius * 

Colonius (uit Keulen) * Comvalius * Confurius * Corcilius * Cortselius * Corzilius * Cruzius * Curtius * Cusanus * Dezius * Dionisius * Dixius * Dovianus * Dritius * Edcius * Egidius * Eutropius * Exaltus * Falenius * Ferkenius * Ferkranus * Fidecius * Fimerius * 

Ganicius * Gisius * Gobius * Gomarus * Greidanus * Grimelius * Gronovius * Grotsius * Grudius * Hanelius * Hazewindus * Hessenius * Hilarius * Horrius (< Horje) * Horsius * Horssius * Hortus * Karzelius * Kinzius * Koterus (< Kote) * Labordus * Legius * Lesius * Lettius * Lotichius * Michanius * Milius/Mylius (< molenaar? * Miserius * Napenarius * Olmius * Osephius * 

Parelius * Parisius * Pollius * Propitius * Roosgeurius * Rusticus * Rustius * Rijzemus * Salpius * Salverius * Scherius (< Scheris) * Schregardus * Schrewelius * Serverius * Sikkelerus * Silvius * Smedius * Smetius * Sinarius * Sparrius * Stavasius * Stumphius * Swalmius (uit Swalmen) * Sylvius * Terium * Textor (wever) * Torsius * Urbis * Valerius * Venerius * Verdenius * Visarius * Vissius * Wadenius * Warffemius * Witsius *

Onze lijst

Enkele uitgestorven verdeftigde namen

Kleine familienamen leven soms maar een paar generaties. Historische voorbeelden: Aegidius * Apollonius * Artopaeus * Aurelius * Barlandus * Battus * Baudartius * Bornius * Borstius * Bruinsius * Buchelius * Burgius * Burnabus * Carbentus * Cathius * Catzius * Coccius * Costerius * Episcopius * Essonius (< uit Essen) * Fannius * Forestus * Francius * Fresonius (< Fresen) * Fullenius * Gardingius * Gerlacius * Goetzius * Golius * Gortzius * Graevius * Grevingius (< Grevinkhof) * Gruterus * Gysius * Gijsius * 

Hachtingius * Hallungius * Hegius * Herbenus * Historicus * Hulsius * Hundlingius * Kilianus * Labordus * Lamotius * Lapenus * Launus * Lydius * Maimonides * Manutius * Maresius * Meursius * Napenarius * Nestorius * Pantanus * Pappus * Persius * Plautinus * Poppius * Posseltus * Pourtantius * Praedinius * Propertius * Quellinus * 

Revius * Ridderus * Rodius * Rogerius (< Rutgers) * Rovenius * Rootsius * Roscius * Rotsius * Rumphius * Samplonius (< Samplon) * Scheyderuyt * Schookius * Scriverius * Snoupsius (< Snoep) * Stangerius * Stradanus * Synesius * Teginsius * Thysius * Triglandius * Trommius * Velanus (o.a. een dominee met voornaam Anastasius) * Venius * Viglius * Vlietius * Warleus * Wikenius * Winckelius * Ynzonides (< Ynze) *

Andere namen uit de Gouden Eeuw

Je herkent die namen gemakkelijk, waarbij de Gouden Eeuw breed is gemeten, aan de eigenaardige schrijfwijze (oude spelling in cbgfamiliebank.nl). Paar eeuwen ouder dan 1811 en toen vastgelegd in de Burgerlijke Stand. Voor namen beginnend met Q , ook vaak van oude spelling, zie /Klankrijk van A tot Z. Voor dubbele namen zie Deftig/Dubbele namen en /Patriciaat. De met 'ckx' Vlaamse namen zijn mogelijk van tijdelijke expats, maar m.i. meestal van echte landverhuizers.

Aaij * Aendekerk * Aendenroomer * Aangenendt * Aengenheyster * Abcarius * Acampo * Ackx * Aeberhardt * Aelbrecht * Aelvoet * Aengenheyster * Aengevaeren * Aers * Aertgeerts * Agenant * Agtereek * Aeukens * Agterbosch * Agtereek *  Alderliefsten * Aldewereldt * Allblackx * Allebé * Anemaet * van Appeltere * Asche * Aspeslagh * van Avermaete *

Baartscheer * Backer * Backx * Baeck * Baecklandt * Baede * Baelemans * de Baerdemaeker * van Baerle * Baert * Ballendux * van Ballaert * van Ballegooijen * Balmaekers * Barentz * Bastinck * Beddegenoodts * op de Beeck * Beerensteyn * Beerentemfel * Beerewout * Beerschooten * 

Beirlant * Bekaert * Bentinck * van Berck * Berckmoes * van den Berghaage * Bekaert * Besooijen * Bestebreurtje * Bewaerheijt * Beijaert * Bicker * Biesbroeck *Binck * Blaaubeen * Blaauboer * Blaauwgeers * Blaauwendraat * Blaauwwiekel * Blaecke * Blaey > de Blaai/de Blij * Blancquaert * Bleekemolen * Bleyleven * Blommaert * Blondeel * van Bockstaele * Blooker * 

Bloothooft * Bodaert * Boeckx * Boekverkooper * Boerrigter * Bogaert * Bogchelman * tho Bokholt * Bokx * Bollaert * Bolluyt * Bommesijn * Bonis (< de Goede) * Boonacker * Boonefaas * Boonestroo * Borghgraef  * agter den Bosch * Boschhakker * Bosscha * Bosschaert * Boterkooper * Botschuyver * Bouwknegt * Boven'aerde * Bovendaerd *  Bovendeerd * Bovendeerdt * Boven' Eert * Boxhoorn *


Braakenburg * Braakensiek * Brackx * van Braekel * de Braekeleer * Braeken * Braeckmans * in de Braekt * Braem * Brakenhoff * Bramervaer * Brandligt * Brandwagt * Brant * Braspenninckx * Braxhoofde * Breddels * Breekelmans * Brenneraedts * Briër/Bryer (bierbrouwer) * Brill * Broeckmans * Broeckx * Bronzwaer * Broxks * Broekaert * Broeyer * Brooshooft * Bruinooghe * Bruys * Bruyndonckx * Bruyninckx * Bruijnooge * van Bruijnzwaardt * Bugter * Bullerdieck * Burghgraaff * Butterhoff * Buyckx * Buijsschaert * Bijdevaate * van Bijlert * Bijnagte * Bijns *

Caasenbrood * Cacquelein * Caers * Caljouw * Calkoen * Callemeyn * Callewaert * de Caluwe * Calvis * Camper * Caminada (< van Kemenade) * Camijn * Candelier * Cannegieter * Capoen * de Carpentier * Casteel * Castelein * ten Cate * Cats * Cattenstart > Kattestaart * Cieraad * de Cneudt * Coeymans * van der Chijs * Cicero * Cladder * Claes * Clavier * de Clerck * de Clerq * Cloeck * Cloin * Cloodt * van Cuyck * 

Cluyster * de Cnock * Cnubben * Cock * Cockx * Cocquyt * Coeberg * Coeck * Coehorst * Coehoorn * Coemaet * Coenjaerts * Coetzee * Colenbrander * Collaert * Comenius * Commelin * Commijs * Companjen *  Compier * Consent * Conzensius * Copijn * Coolhaas * Coopal * Coopmeiners * Coorengel * Coosen * Copier * Coppenolle * Coppoolse * Copijn * Corbelijn/Corpeleyn * Corlemeijer * van de Corput * Cortenraedt * Cortlever * Corverleijn * 

Cosijn * Craenhals * Craenen * Craghs * Crama * Cramwinckel * Craninckx * Crans * Cratsborn * Crediet * Cribbelier * Crickx * van Criekingen * Criellaert * Croese * Crombag * Crombalgh * Crombeen * Cromheecke * Crommelin * van den Crommenakker * Crompjongh * Crompvoets * Cronselaar * de Croock * Croockewit * Croon * Crott * Crucq * Cruining * Crull * Crum * Cruts * Cryns * Cruyff (ons aller voetbalprofessor) * Cruys * Cuyp * Cruythuysen *


* Daendels * Daenekindt * Dagelinckx * Daleboudt * Dankaert * Decabooter (de kabouter) * Dedel * Dhuijvetter * Descartes * Desimpelaere * Dhuijvetter * Dewaerheijt * Diender * Diepenbrock * Dierckx * Dierckxsens * Dierickx of Dirckx * Dikhooff * Dirickx * Dirix * de Dobbelaer * Dockx * Dodemont * Dodevisch * Doedeijns * Doekbryder * Doevenspeck * Dolphijn * Dommekragt * Donckerwolcke * Doodeheefver * 

Doodeman * Doolhoff * Doomer * van Dooremalen * Dooremans * Doorenspleet * Dooting * Dootjes * Doove * van Dorth * Dou * Doudeijns * Draeck * Dragt * Drexhage * Drogt * van Droogenbroeck * Van Droogenbroeck * Vandroogenbroeck * Droogleever * Drossaert * Druncks * Dullaert * Dusardeijn * Duurentijdt * Duyckaerts * Duyfjes * Duys * Duyster * van Duijvenbode * Duijvelshoff * Duyzend * Dijkgraaff *

Ebelties * Edelenbosch * van Eeghen * Eelzak * Eendragt * Eerligh * Eertwegh * Eickhof * Eliel * Elkerbout * Elsevier * Enthoven * van Erckelens * Erdtsieck * Everdey * Eijpelaer * van Excel * Extercatte * Eijgensteijn * Eijsbouts * Eijspaart * Eijsvoogel *

* Fabrij * Fackeldey * Faingaert * Fakkeldey * Falck * Fatzoene * Feijnenbuik * Fenijn (vergif) * Fhijnbeen * Fick * Fierenblaas (snoever) * Finck * Fleerackers * Fleurbaay * Flesschedrager * Flinck * Fock * Fogteloo * Fonteyn * Fortgens * Franckaert * Frankhuisen * Franschman * van Fraijenhove * Frisknegt * Froolik * Fruin * Fruijtier *

Gaajetaan * Gaarenstroom * Gaarlandt * Gaedtgens * Gamelkoorn * Geelhoedt * Geenemans * de Geer * Geldtelder * Gerbrandy (< Gerbrand) * Geselschap * Gevaert * Geyteman * Ghoos * van Goens * Geus * Gillebaart * Glaesmakers * Glavimans * Gloeijsteen * Goddaer * Goedegebuure * Goedemondt * Goetgeluk * Goetschalckx * Goetzee * van Gogh * Compeer * Goosefoort * Gouderjaan * Goudhooft * Goudt * Goulooze/Gouweloos (zorgeloos) * Graffijland * Gragtmans *

Graswinckel * Graveleijn * de Grebber * Greeff * Gresnigt * Grisnigt * Grootegoed * Grootendorst * van de Grootepoort * Grootte * Groteclaes * Grijpdonck * Grijsaart * Grijspaerdt * Gueijsen * Guichelaar/Keukelaar (goochelaar) * Guyt * Gijzelaers * Haalebos * Haambeuckers * Haanepen * van Haasenbreetveld * Haay * Hacquebord * Haeck * Van Haeringen * Hacquaert * Haemelinck * Hanckx * Handbeuckers * Hanemaaier (oogstarbeider) * Hardlooper * Harinck * Harrewijn * Hartlooper *


Hartsuyker * Hartzuiker * Hasselaar * Hazewindes/Hazewindus/Hazewindius * Heemelaar * van Heemskerck * Heerenthals * Heetebrij * van Heezick * Heimerikx * Heijndrikx * Heirbaut * Helderweirdt * Heldring * Hemelaer * Hemelinckx * Hemelsoet * Hemlinckx * Hemsterhuis * Henderickx * Hereijgers * van Herrenweghe * van Herterijck * Heufft * Heusch * Hexspoor * 

Heijn * Heijnderickx * Heijndrickx * Heijt * Hildebrand * Hindyrckx * Hinloopen * Hoefeyzers * Hoenkerken * Hoet * Hoex * Hoexum * Hoezoo * Hoftijser * Hollegien * van Honthorst * Hoobroeckx * Hooft * Hooftman * Hoogedeure * Hoogemoed * Hoogenboezem * Hoogerbeets * Hoogerseijl * Hoogewoonink * de Hoogh * d'Hoore (erfgenaam) * 

Hooglugt * Hoogwaerts * Horikx * Hoorickx * Hoornick/Hornikx (> Hoornik) * Horrix * Hottinga * Houbaer * Houtbraken * Houthooft * Houtsager * Houtzaager * Houwelijckx * Hovelynck * Hox * Huët * Hugter * van Hulle * Humperdinck * Hurckx * Hurkx * Hurkxkens * Hustinx * Hutschemaeckers * Huydecoper * Huydts * Huygens * Huijsheere *

Icke * Ingeneeger * Isenbaert * Insinger * Jackemijns < Jacquemijns  * 't Jaeckx * Jaecqx * Jagt * Jagtman * Janknegt * Jeegors * Jeekel * Jeucken * Joffer * Johanknegt * Jonckbloedt * Jongemaets * Jonkhart * Jonkheid * Kakebeeke/Kaakebeeke * Kaakebeen * Kaasenbroot * Kaaskooper * Kaersenhout * Kakebaeke * Kanbier * Keereweer * Keersmaekers * Keerstock * 

Keetellapper * Kerkhooven * van de Kerckhoven * van Kerrebroeck * Keuninckx * Keuris * Kiphardt * Klapheck * Kleerebezem * Kleerekoper * Kleeton * Klerck * Klercq * Klerckx * Kleynendorst * Klooker * Kloonen * Kluppel * Klijnsoon * Klijnzoon * Knegt * Knegtel * Knegtering * Knevelbaart * Knicknie * Knipsael * Knooff * Knuyt * Kochx * Koeckebakker * Kockuyt * Koedooder * 

Koekebacker * Koelbloedt * Koffijberg * Kokxhoorn * Kolff * Kolfschooten * Koningckx * Koolenbrander * Koopal * Koorenblik * Koorenblijk * Koorevaar * Koijck * Kortenaar * Korvinus * Kousemaker * Koutstaal * Kraaijenzang * Kraaijenzank * Kraayvanger * Kragh * Kragt * Kragtwijk * Kribbekx * Kruipveldt * Krux * Krijgh * Kuijlenstierna * Kuisch * Kuijtenbrouwer * Kymmell *

* Lacks * Laeyendecker * toe Laer * Lagcher * Lamberti * Lambriex * Lampaert * van Lamsweerde * Landsaat * Langeraert * Lasschuijt * Leefoghe * Leenaerts * Leegerstee (bed) * Leevendig * Legemaate * Leguijt * Lemuel * Lennaerts * Lescrauwaet * Lestestuiver * Lekx * Leydecker * Liedermooy * Liefooghe * Lieftinck *

Liefooghe * Liefvelt * van Lievenoogen * Lievestroo * Ligchaam * Ligter * Ligtermoet * Ligthart * Ligtlee * Ligtvoet * Lockefeer * Loeff * Loevesijn * Logchies * Logt * Lombard (bank van lening) * Loncke * Lodewijckx * Loocks * Loopuyt * Looyschelder * Loozekoot * Lugthart * Lugtig * Lugtigheyd * Luichjenbroers * Luteijn (< Lutin = kabouter) * Luijcks * Luyf * Lijbaert * Lijftogt * Lijnsvelt * van der Lijstersangh *


Maagdeleyn * Maeghs * Maex * Manenschijn * Matenaer * de Magtige * Malefeijt * Marckx * de Martelaere * Massa * Matte * Maerland * de Magtige * Malefijt * Mallekoote * Medici * Meeter * Memling * Menschaar * Mercq * Mercuur * Meynendonckx * Meyvis * Minnigh * Mockel * de Moerlooze * Moetwil * Mogesomp * Mokkelencate * Monck * Moolengraaff * Mooyaart * Mooyboer * Mooyekind * Moons * Moorthaemer * Mores * Mosch * Mosselaer * Mostaert * Mulckhuyse * Munter * Murck * Musch * Muijshondt * Muijson *

Nachtegael * Nachtergaele * Naebers * Naeff * Naerebout * Nagtegaal (multi) * Nagtglas * Nagtzaam * Nanninck * van Neck * Nederkoorn * Neeckx * Neirinckx * Nettenbreijer * Nix * de Nocker * Nooitgedagt * Nota (< Neutje) * Notebaert * Nugter * Nuyts * Nijgquist * Nys *

Ockels * Ockeloen * Ockhuysen * Odemaere * Okx * Olieroock * Olijff * Omtzigt * Omzigtig * Ondaatje * Onderdonck * Onghena * Oninckx * Ontijt * Onverwagt * Oogink * 0oninckx * Oosteweeghel * Opregt * Olij * Olijkan * Olijslager * Ooteman * Opgenoorth * Opregt * Van Osselaer * van Ostayen * Ouëndag * van den Ouweelen * Overgaauw * 

Paardekooper * Paardenkooper * Palinckx * Paelinck * Paerel * Paeshuyze (een tak werd Paashuis) * Paetz * Pakvisch * Paridaen * Pasmooij * Patijn * Peeck* Pekelaer * Peeperkamp * Peeperkoorn * Peick * Pelsmaecker * Pegt * Penninkx * Perdaens * Perquin * Persijn * Peijster * Pex * Pieck * Pieplenbosch * Pierson * Pillaerds * Pinck * Pinckaers * Piscaer * Plantagie * Planteijdt * Plantyn * 

Plasschaert * Pleeging * Pleumeekers (ploegmaker) * Pleysant * Pleijzier * van der Pligt * Ploegaert * Plooyer * Poeisz * Poelhekke * Poiesz * Pontvuijst * Porck * Porselijn * Portegijs * Potter * Potuyt * Poijck * Praet * Pragt * Preeker * Prevenier * Prickaerts * Pricker * Prooy * Pruijn * Publiekhuysen * Pulinckx * Puijmbroeck * Putseijs * Pijck * Pyckevet

voor namen met Q zie /Klankrijk van A tot Z


Raad * Raadschelders/Raedschelders * Raatgeefs * Radstaake * Raes * Raets * Rampaart * Ramspeck * Rasch * Rauwerdinck * van Reede * van Rheeden * Regtien * Regtop * Regtuyt * Reupsaat/Reubsaet/Reubzaat * de Reijcke * Reijnst * Ridderbosch * Ridderplaet * Riepsaem * Riezebosch * Riphaagen * Ritterbex * van Rixoort * de Robles * Rol * Rompaey * Roobol * Roosbroeckx * Roosenschoon * Rootbeen * Roothooft * Rosenquist * Ruychaver * Ruyl * Ruijmschoot * Ruijsch * van Ruysdael * Rijckaert * Rijckborst * Rijkschroeff * Rijppaert * Rijxman *

Sachtleven * de Saegher* Saers * Saeijs * Sagt * Santegoets * Savelkoel * Schaakxs * Schaepman * Schampaert * Sandkuyl * Savenije * Scheele * Scheerooren * Schellinx * Schenck * Schabracq * de Schaepdrijver * Schatteleijn * Schauwaert * Scheldwacht * Schildknegt * Schimmelpenninck * Schniermanni * Schofaerts * Schollaert * Schönvinck * Schoonbaert * Schoonejans * Schoonejongen * Schooneman * Schoonewelle * Schoonewille * Schoonheyt *

Schornagel * Schorteldoek * Schrickx * Schrijnemaekers * Schuttevâer * Seebregts * Seegebrecht * Seegelken * Seep * Seevenwant * Seevinck * Seldenrijk * Seldentuis * Selderslaghs * Selderijk * Seltenrijck * Servranckx * Sevenster * Servaes * Sielcken * van Sikkelerus * Silver * Silvertant * Silverentant * de Simpelaere * Sinckgraven * Sinjoor * van Sint Feijth * Sinx * Sitskoorn * Sitvast * Sizoo * 

Slabbekoorn * Slack * Slachmuylders * Slagter * Slegh * de Slegte * Slock * Sloëtjes * Slooper * Slootmaekers * Sloover * Sluijswagter * Slycke * Smytegeld (verkwister) * Snaaijer (snoeper) * Snauwaert * Sneelooper * Sneeuwjagt * Snellaert * Snellingckx * Sneuijink * Snippert * Snoecks * Snoeckx * Snijdoodt * Soecker * Soerewijn * Soet * Soetbroot * Soetekouw * Soetelmans * Soetendal * Soetensicht * Soeterboek * Soeterik * Soetevent * Soethaert * Soetmulder * 

Sonck * Sonnemans * van Sonsbeeck * Soomers * Sorgdrager * Sorgedrager * Spaapen * Spaarenberg * van Spaendonck * Sparidaens * Sparnaay * Specerij * Speeckaert (wielmaker) * Speckreijse * Speekenbrink * Spigt * Spillemaeckers * Spirinckx * Sprokkreeff * Sporcq * Spuy * Staets * Stakelbeek * Stalpaert * Stampaert * Stauthardt * Sterckx * Stikkelbroeck *


* Stockbroekx * Stocq * van Stockum * Stoeckart * Stoelendreyer * Stoke * Stokx * Stooker * Stortenbeeker * Straet * Strategier * Strickx * Stronck * Strooper * Stroosnijder * Stroowinkel * Storck * Strackx * Stroucx * Struijcken * Struisvlugt * Strijthaegen * Stuyver * Sustrunck * Suur * Suurenbroek * de Suijck * Suyderhoud * Suijkerbuijck * Suykerbuyk * Suykerland * Suys * Swaanswijk * Swaep * Swaen * Swaerts * Swanepoel * Swartbol * Swarttouw * Sweep * Sweers * Sweys * van Swieten * Swijnenburg * Sijnjewel (zie je wel) * Sijpheer *

Tacq * Takx * Tamerius * Tanghe * Tattje * teer Veer * Tengnagel * Tetteroo * Teurlincks * den Tex * Theirlynck * Thibaut * Thienpont * Thooft * T'Hooft * Thuijsbaert * Titulaer * Toeback * Tombrock * Tonnaer * Toorenspits * Tooten * Torck * Toutenhoofd * Tresoor * Treytel * Triesscheijn * Trip * Tuinenbreijer * Tuytel * Tweebeeke * van Twuyver * Tijveleijn * Uitbeyerse * Uitvlugt * Unck * Uijens * Uylenhoet * Uyt de boogaardt * Uijtdebroek * Uyt te Haag * Uyterlinde * Uytdewilligen * 

* bij de Vaate * Valckenier * Valcq * Veelenturf * Veeris * Verberckmoes * Verdaesdonk * Verdooner * Verheugt * Ver Huell * Verreck * Verregghen * Verspeelt * Versweyfeld * Vertwijfelt * Vierveijzer * Vinckx * Vingboons * Vingerhoets * Vischjager * Visschedijk * Vischschoonmaker * Vischschraper * 

Vixeboxe * Vlaminckx * Vlaminkx * Vlammekx * Vlammix * Vleeschdraager * Vleeschman * Vleck * Vogelensang * Vogelsang * Voogtsgeerd * Voorwijnckels * Vorstenbosch * Vosmaer * Vossaert * Vranckx * Vrauwdeunt * Vredebregt * Vreede * Vrickx * Vriemoet * van de Vriesenaerde * Vroegh * Vrouwenfelder * Vrouwenraets * Vrijlandt * Vijfschagt *

Waegemaeckers * Wagendrever * Walgraeve * Wansinck * Warnsinck * Welbedagt * Weltevreede * Weygertze * Willockx * Winnepenninckx * de Wispelaere * Wissenraet *  Wittebroodt * de With * de Wreede * Wtenweerde * Wijcghel * Wijgh * van Wijngaerde * Wynia * Wijninckx * Ysbrandi * IJsebaert * IJspeert * IJzerdraat * IJzerkooper * Zagt * Zeelmaekers * Zeevenhooven * Zilverentand * Zoer * Zonligt * Zonnenschijn * Zonnerijck * Zoomerschoe * Zoonekynd * Zoovele * Zoudenbalch * Zijtregtop *



Terzijde 1/ Deze namen bestonden al voor 1811 en er zijn dus geen zogenoemde  protestnamen bij. Na 1811 mochten ze niet meer worden gemoderniseerd en zijn hier opgenomen wegens aparte spelling en dus mooie datering. Maar er kunnen (helaas) ook namen van tijdelijke Vlaamse expats bij zijn - het Meertens noemt die niet apart. Voor naamswijziging zie Ongunstig?/Naamsverandering.



Terzijde 2/ dr. K.C. Nieuwenhuijsen onderzocht naar eigen zeggen grondig kronieken, oorkonden en stadsrekeningen op de Middeleeuwse naamgeving. Conclusie: in de 13de eeuw hebben de meeste bewoners van de Lage Landen een achternaam... 85 % van de mannen en 59 % van de vrouwen. En wel een latijnse... de gevestigde naamkundige opvatting dat erfelijke geslachtsnamen zich pas enkele eeuwen later verspreidden is een jammerlijke vergissing!


De auteur noemt o.a. als bewijs aangetroffen latijnse beroepsnamen met zijn vertaling: Aurifaber (goudsmid), Candelarus (kaarsenmaker), Canonicus (geestelijke), Capellanus (kapelaan), Carpentarius (timmerman), Cellarius (kelderknecht), Clericus (klerk), Cultellificer (messenmaker), Dapifero (misdienaar), Faber (handwerksman), Formator (molenaar), Gardianus (wachter), Monachus (monnik), Molendinarius (molenaar), Parchamentarius (perkamentmaker), Pellificis (bontwerker), Phisicus (arts), Piscatoris (visser), Pistoris (bakker), Plebanus (plebaan), Prepositoris (proost), Procuratoris (procureur), Sacerdotis (priester), Scabinus (schepen), Scultelus (rechter), Textoris (wever) en Vector (vrachtschipper).


Okee. Maar behalve de multi Faber met 6.083 naamdragers zijn ze allemaal uitgestorven. Omdat ze nooit bestonden als van vader op zoon doorgegeven geslachtsnamen. Alleen vermeld als beroep voor verduidelijking bij iemands toen gebruikelijke voornaam in zakelijke, in het latijn gestelde, stukken. Dat waren de enige die hij had onderzocht. Dus levert Nieuwenhuysen nepnieuws.