Bijzondere Achternamen
'Digitaal Erfgoed'


Toch wel raar - Vluchtnamen - Behouden schaamnamen - Duitse, Franse, Engelse 

schaamnamen - Leuk bij de buren - Ongunstig light - Benno Baksteenlijst - 

Bargoens en straattaal

           Dit thema maakt deel uit van achternamen.net. Kom kijken in Welkom!


Toch wel raar

Sommige namen, schaamnamen genoemd, zijn onaangenaam. Je zit er aan vast, maar de Staat biedt hulp bij het veranderen. Met strenge voorwaarden - plus € 835 (1.670 inclusief de namen van kinderen) te voldoen bij de aanvraag en niet terugbetaald bij weigering van het verzoek. Dit wegens kosten van wijziging van overheidsadministraties. Zelf doe al je telefoonnummers, abonnementen en andere adressen, en je vergeet altijd wat. Kost veel tijd - je moet wel erg graag willen.

De site Justis van het Ministerie van Justitie en Veiligheid geeft online maar drie voorbeelden: Poepjes, Niks en oogarts Blind. Men accepteert niet alles: onwelvoeglijk of bespottelijk, wat iedereen zou ervaren en de minister(!) beoordeelt dit. De nieuwe naam moet met enkele veranderde letters veel op de huidige lijken. De naam van je moederskant is ook goed. Of een onbestaand nieuw Nederlands klinkend woord  - en hoe weet je dat precies?

Veel aanvragen van kinderen na ouderlijke vechtscheiding of van misdrijf veroordeeld familielid. Vaak wisseling van de vadersnaam naar die van de moeder. En multi-adressen, zoals Schilderbedrijf De Jong, waarvan er zeker meer zijn. Ook lastig uit te spreken joegonamen als Grzska. De goedgekeurde aanvragen namen toe van 1.269 in 2012 tot 2.057 in 2018, met 349 afgewezen verzoeken toen. In 2019 slaagden er 2.263. Ambtelijk wordt er niet lichtvaardig mee omgesprongen. Regels zijn regels - anders is de beer los.


Okee, legio losse geintjes: chirurg Snijdood, tandarts Boor, opticien Schele, groenteboer Rot, autodealer Pech, verhuizer de Breker, wasserij Vlek, aannemer Sukkel, journalist Flater, advocaat Sul, boekhouder Roof, huidarts Uitslag. Hieronder echt gebeurde.

Soms begrijp je niet wat vereerde voorouderlijke naamgevers bezielde – of gooiden ze in 1811 de kont tegen de krib? Wij hoeven geen achternaam en al helemaal niet omdat die keizer met zijn Burgerlijke Stand ons dan gemakkelijk kan vinden - voor kanonnenvoer en belasting. Smerige dictator! Maar na zijn ondergang bij Waterloo in 1815 kantelden onze altijd zo zelfstandige provincies. Natievorming ging voor en onze eerste Oranjekoning Willem I vond die centrale rijksadministratie best handig.


Als levend protestvoorbeeld in 1811 de verwarrende namen Aa (nu 60 personen), ver A (15) , AB (61), A B (10) en A.B. (37). Er zijn ook J (< 5), O (< 5), U (< 5) en Y (< 5).  Het Meertens denkt aan de eerste letter van een voornaam plus die van een achternaam. Zit je maar eeuwig uit te leggen... sorry, maar ik zou er wat aan doen.


Vluchtnamen

Een meisje Piek vertrouwde mij eens toe dat zij vroeger Pik heetten, wat haar vader gelukkig veranderde. Geslaagde omzetting: er zijn nu 1.468 Piek en nog maar 143 Pik, terwijl er in 1947 nog 464 waren. Pik veranderde ook in Piké, in 1957 en 1974 in Pikee (34) en in 1969 en 1971 in Priekaar (35) * Minder radikaal bij Piel, met in 2007 nog 80, naar Iepma (70) in 1970, Piël (55), Pieltjes (38) en in 1973 naar Hilgenbos (<5) * Sul nog 55 tegen Silven 40 * Hetterschijt 87 tegen Hetterschij maar 11 * Sloof (799) naar van Siltenburg (< 5) in 1975 *

Een tak Water (nu 138) kon er niet mee leven en veranderde in Aardewater (nu 0) * Koetje (464) werd Koethe (<5) * Koppijn (37) werd in 1984 Tamarinde (<5) * In 1974 enkelen van de Joodse stam Mozes (283) naar Omhof (6) * In 1972 werd het rare (protestnaam?) Cvkr (<5) werd eindelijk een woord: Zwerk (5). Goed gelukt is Hardebil (nu nog maar 8) naar Hardebol (83), Hardenveld (16) in 1973, '75, '77, '89, '90 en Hardebelt (19) in 1974 * 

Het geslacht Bil (242) heeft hardnekkig nooit iets veranderd * Hardenbol (424) werd in 1991 Hardenborg (<5) * Pies (0) is leeggezogen door Piëst (27) * Berkepies (47) bleef sterk na Berkamp (<5) * Aap (0) al in 1886 naar Davids (1.216) en later naar Aak (5) en Waas (262) * Van der Bil heeft er nog maar 9 tegen van der Bilt 508 * Borst (4.296) werd in 1992 Borest (<5) * Borsten (241) ging in 1982 naar Borlet (5) en in 1990 naar Breston (<5) * 

Stijve (5) ging in 1978 en '91 naar Stijne (7) * bij van Drogenbroek (83) gingen er in 1973 naar van Bosbeek (16) * Geilman (44) in 1986 > Gellman (6) * Luijer (250) naar Luwer (<5) in 1984 * Bij Niks (660) gingen er in 1973 naar Dammix (<5) * Heel geslaagd: Pooijer (5) naar Mooijer (380) of van Pooij (28) * Pooyer (5) werd Rooyerts(<5) in 1973 * Pil (127) in 1973 van Esburg (7) na echtscheiding? * Zo ook van Kip naar van Halvelmonde? * en van Flik (217) naar Filk (<5) in 1979? *

Ooit hoorde ik over een gezin de Pijper met drie dochters – en deden die er iets aan, vroeg ik - ‘Jazeker, ze trouwden zo vlug mogelijk’ * van Pijper (nu 1.008) in 1985 naar een takje Portein (6) * Pijpe (48) werd in 1988 Palper (7) * Mijn Carla had een klasgenootje Piederiet (53) dat uit schaamte Piéderié wilde heten, maar helaas * Carla kende ook een mevrouw met als meisjesnaam Kloote (22), die alleen de naam van haar man gebruikte  - in 1980 ging een deel naar Sterring (5) * 

Uithol heten nu 360 mensen en van de vertrokken Uithoof (1976) zijn er nog 6 * Bloothoofd (138) werd in 1976 Boothof (6) * Droll (<5) ging naar van Rodehorst (<5) in 1972 en naar van Loorbeek (<5) in 1973 * van Gulp (0) deed in 1973 en '77 van Geurp (19) * Naayen (167) ging over tot van Natijne (11) in 1976 *


De populaire acteur met het speudo André van Duin heette bij geboorte in 1947 Adrie Kloot en zijn vader en hij werden in 1966 Kyvon (20); een andere tak werd Cluister (< 5), ook waren er tussen 1957 en 1978 zeven overstapjes naar Cluistra (149) en kwam Kloof (73) in 1964 en 1976. In 1971 en '79 ging het naar Hoots (36) en  tenslotte verdwenen er <5 in 1982 naar Cloostra. Toch bleven er 186 Kloot over * 

Sinds 1968 heet een tak Naaktgeboren (618 standvastigen), verder splitsten Radenborg (20), Naborn (20), Aagtenborg en Posthumus * Beerepoot (nu 653) werd Meerevoort (8) in 1973 en 1974 * uit Boontje (214) in 1980 naar Asterhof (5): je denkt weer aan echtscheiding * ook bij Wortel (871) naar van Neerland (<5) in 1977 * en bij Mulder naar Kazàn *

* Aars (nog 38) in 1992 naar Aardenborg (<5) * Bij Buijk (446) gingen er in 1973 <5 naar Bijke * Nog 37 mensen heten van Cutsem en maar <5 van Gutsem * van Kutsem (<5) ging naar van Kuetsum (13) in 1977 en 1981 * Cutzien stierf uit en bij Krukziener zijn er 14 * Kutscheid (0) in 1975 naar Koetsheid (9) * Kniknie (45) verloor <5 aan Brunier in 1974 * familie Platje (490) bleef trouw, want maar 6 werden Platjee * 

In 1973 werd een takje Kwaak (174) van Nalta (6) * Ooit werd Vorbrock (lendendoek) Perizonius * En in 1971 veranderde Etter (<5) in Ettenis (0) * En Februwei (0) werd Feberwee (81) * Doove (208) splitste in 1970 Doone (<5) af * Bij Doom (32) werd er in 1089 een takje Varentijn (<5) * het Joodse Abrahamsohn (4) werd na WO II Amson (8) * en een tak van de Joodse Durlacher (34) werd Doorlag (37) * 

Bij Doorn (1.461) gingen er in 1989 naar Varentij (<5) * bij Mozes (176) gingen er in 1974 naar Omhof (6) * sommigen Polak (1.654) werden van Polen (457) * Jut (190) vonden de meesten niet erg, want Haffner zit op 19, wegens echtscheiding? * 

de Dood (281) ging in 1970 naar Dimon (7) en in 1977 naar ten Dole (12)  Faut (frans: valsaard) (28) werd in 1981 Faun (< 5) * Gortworst (100) ging in 1982 naar Kortworst (27) * Een tak Quee (66) maakte er om de klank 'kwee' (geen man en geen vrouw) Querens (6) van * In 1977 ging een tak Wortel (nu 871) - kinderen na een vechtscheiding misschien - naar van Neerland (<5) en ook in Woreel (6) * 

Haaselsek wisselde in 1990 naar Hazelzet (164) * Ooit werd Wants (5) creatief vertaald in Zomerplaag (23) * van Geilswijk (60) werd van Gulswijk (0) * Boertje (380) werd Boertien (690) * Hoppezak (88) werd in 1977 deels Hefkens (11) * Kniknie > 1977 grappig Nieklin * Koopziek (<5) werd Koopdonk (7) in 1979 *

Poepjes (281) werd van Haskerk (14), Palmbergen (19), Portena (5), Velinga (20), Lemsma (11) en trok in bij Scholte (3.572) * Rot (175) kwam in 1973 naar Rotee (7) * Rothuizen (288) succesvol naar Rodenhuis (561) of Rotshuizen (18) * Rotmensen (149) werd Rohmensen (149), Rootmensen (20) en Rohtensen (55) * 

een tak Cohen (1.429) die WO II overleefde is nu trots de Sterke (177) * takken Gladpootjes (82) werden van Callinge (<5) en moeizaam in 1957, 1974, 1976 en 1987 Gladon (43) * Trutmans (17) ging begrijpelijk in 1974, '75 en '84 naar Tretmans (13), werd ook Truitman (13) * bij Windgassen (42) werd in 1992 een gezin Wintersen (<5) *

Sommigen Verdwaald (40) werden in 1972 Verda (<5) * Konter (207) bleef en Komter verdwijnt (<5) * populaire romanschrijver Pannekoek verkoos zijn pseudoniem Langen, want vaak al zo genoemd * ooit werd een tak Bil (nog florissant met 424) Bilius (17) * Bloten (26) werd Blonet (10) * Kip (1.339) werd Halvemonde * Kniknie (45) in 1974 naar Brunier ( <5) * Etter (<5) in 1971 naar Ettenes (0) * Riool (59) naar Rival (12) in 1977 en '78 en naar Rio (5) in 1983 * 

bij Smalbil (215) begon in 1971 een afvalrace: Salburg (10), Smalbeek (<5) 1973, Smalburg (22) '74, Smalbrink (<5) '76 en Smidhof (<5) '83 * Spook (nog 76) beleefde een geremde uittocht: Spock (<5) in 1957, toen ook Spaaks (9) en Stuyfersant met vervolg in 1976, '79 en '85 (17) en tot slot Spooij (<5) in 1979 * Tiet (32) in 1970 en '76 naar Tilet (24) * Dral (stevig in het vlees) nu 222 en Ralduin < 5 * Drektraan (9) ging in 1981 deels naar van Westvoorne (<5) * 

Droll (<5) werd in 1972 van Rodehorst (<5) en in 1973 van Loorbeek (11) * Kots (20) naar Kortas (11) in 1980 * een stukje Kwakkel (796) werd in 1974 van Callandt (12) * Luif (89) in 1987 deels naar Ludolph (11) * bij Lijk (6) kwam in 1981 het aardige Liek (14) * Monster (1.335) werd in 1980 en '85 Manster (<5) en in 1985 Monaster (<5) en Munsterink (<5) ook in 1985 * Niks werd in 1974 Dammix * Poepjen (<5) verdween en Wellinga (69) groeide * 

Muis (1.628) werd in 1987 Murat (<5) * Oorlog (7) ging in 1986 naar Noorlo (5) * Pikhaar (5) werd in 1988 nog Pinkhaar (5) nadat eerder Piekhaar (63) afsplitste * Pil (127) ging in 1973 naar van Esburg (7) en in 1977 naar Pelsdonk (6) * Tiet (32) werd in 1970 en '76 Tilet (24) en in zes keer van 1972 tot en met 1986 van der Thiel (112) *

Raar (84) kreeg Ramars (8) in 1879 en Ralan (10) in 1981 * Riool (59) werd in 1977 en 1978 deels Rieval (12) * Scheele (942) deed in 1972 Selte (<5) * In 1972 draaiden opstandigen Soepnel (49) naar Subnel (15) * Ooit werd Kutscheidt na immigratie hier Koetsdijk - het is maar hoe je het uitspreekt * Het vertrek uit Piest (met 419 hardnekkige diehards) ging gefaseerd: In 1969 emigreerden pioniers naar Iepsma (24) en Pyest (7), in 1972, 1978 en 1983 volgden van Esbeek (<5) en in 1973 nam Romarck (10) dapper de stap - heftige disputen: "nou of nooit - hou toch op met dat gedoe!" * 

Piëst (27) startte in 1977 en werd nader aangevuld in 1978 en 1992 en er is ook Pijst (32) * Pijpen (5) naar Pijlsma (7) in 1990 * Pijper (48) in 1988 naar Palper (7) * Langzame uittocht bij topveranderaar Sukkel (nu nog 255): eerst Kelters (15) in 1970, met Auckel (30) ook in 1970 en daarna nog in '72, 1975 en '80, toen in 1970, '72, '74 en '84 Leskens (41) en verder Rikveld (12), Suchel (<5), Suel (5), Sukking (26) en succesvol Wouterson (101) * hardnekkig ook Geilvoet (94): 1982 naar Gellvoet (5), 1975 naar Gilvert (5) en 1982 naar Gildevoet (<5) * 

Platje (490) werd in 1968 en 1976 met vernuftig woordspel Tjelpa (17) en in 1973, '74, '77, '79, '89 en '91 Platier (39) * Klungel (121): van Midwoud (18) in 1976 en 1988, van Anderode (<5) in 1977 en 1989 en Clingeborg (8) in 1978 * Rotmensen (149) naar Rohmensen (9) in 1970, behoedzaam naar Rotensen (55) in 1971, '74, '75, '79, '80, '89 en '91, naar Rootmensen (20) in 1973 en eindelijk in 2012 nog naar Romensen (9) * 

Sassen (847) in 1977 met cryptogram naar Assens (<5) * Sip (446) in 1970 naar Iepstra (<5) en in 1975 naar Issendonck (<5) * Sitvast (40) in 1992 soms naar Silvest (<5) * Soepboer (407) > 8 in 1979 van Dongera * Spook (76) ging naar Stuyfersant (17) in 1975, '76, '79 en '85 * 

Stom (98) in 1973 >  Storn (5) * Sul behield zelf 550, maar werd in 1973 Sal (24), in 1983, '91 en '92 Silven (40) en verder Suls (<5) en Zuil (55) * Vrijer (16) werd in 1987 Vrijburcht (<5) * Windgassen (42) werd Wintersen (<5) in 1992 * Wortel (871) werd Woreel (6) en in 1977 van Neerland (<5) * Woertel (25) werd in 1976 Woerthuis (<5) * bij Zak (38) was het in 1979 en '89 Zaalburg (10) * In 1982 werd een tak Zewald (120) Paliejoe Zewald (5). 

bij Fukkink (259) heel heftige historie: Falkink < 5 in 1988, Valkink 5 in '88 en '89, Ink <5 in '89 en Feukink en Fokkink zonder jaartal. Niet verbazend floreert de multi Hol (o.a. aars) onbeschadigd met 3.396 naamdragers: nette mensen denken niet in straattaal * Aars (18) ging trouwens in 1992 deels naar Aardenborg (<5) * de leuke naam Corona werd helaas in 2020 de allergemeenste *

Terzijde: Leendert Brouwer vermeldt omzettingen uit het verleden waarvan het origineel is uitgestorven: Copin was eerst Koppijn * Fassbinder was Vastbinder * Pilgenroth was Pielkenrood *

Hoeveel overstappers waren er eigenlijk uit onze /Behouden schaamnamen?  Ruim tweederde bleef trouw en een kleine eenderde geneerde zich en werd afvallig. Dus niet terloops de knop omdraaien want een hoop sores incl. familievetes bij de vleet. Soms jarenlange transitie, het ene na het andere takje. Zoals bij Fukkink, Borsten, Gladpootjes, Hardebil, Kloot, Klungel, Poepjes, Piest, Platje, Rotmensen, Smalbil, Sukkel en Sul. Wat er na 2007 nog gebeurde kon niet worden onderzocht. 

Tja, rare naam: echt erg? Als het klikt is iemands achternaam neutraal: je bent alleen voor onbekenden of vijandigen je achternaam. En taal verandert: een onschuldige klank is nu soms ongunstig, zoals de Germaanse meisjesvoornaam Pik die familienaam werd. Je hecht aan de achternaam waar je mee opgroeit en hoeft je nooit twee keer voor te stellen - iedereen onthoudt het echt wel. Dierbare familieleden doen het er ook mee en veranderen is ontrouw, dus so what? Honi soit qui mal y pense, wat maakt het uit!  Respect voor dragers van een eeuwenoude naam met een vlekje: Boef (367) is bijv. zonder afvalligen. Mijn lijstje schaamnamen is mogelijk overgevoelig. Zie ook 40 Onwelvoeglijke achternamen.

Ook bij onze Zuiderburen veranderde:/Bronnen online 25 Onwelvoeglijke Belgische achternamen, Maarten van der Meer: Anus = Athis, Mine, Hanut, Arno en Bériot * van den Cloot = de Langhe * Dick = de Clercq * Dom = van den Bergh, van Acker en Fondu * Gay = Guay * Kastrat = Kastrati (!) * van Kut = Corthals, Gosseye en van Houtte * van Lul = van Lil * van Lulle = Vanhalle * Lulsens = Deschijnck * van den Neucker = Vandenecker * de Neuker = Pipeleers * Penis = Peny * Poep = de Paepe, Caudron * van Reet = de Vriendt * van Reeth = van de Plas * Stinkens = Vandemoortel *

Terzijde: Mijn schoonvader ging ooit voor zaken naar een Vlaamse heer Neukens, wonend aan de Kontsebaan te Reeth - en vroeg dan aan tafel thuis 'weten jullie wel bij wie ik vandaag was?' 'Ja hoor Pap, maar zeg het toch maar ' zeiden ze dan. Hieronder ca. 250 onverwachte Nederlandse, je zult het maar treffen...

à

Behouden schaamnamen


Aars * Aarsman * van Achteren * Amoraal * Balneger * erger nog Balnikker  (beide jammerlijke omzetting van Zwitserse naam Balleneger) * Beffers * Beffert * Beffie * Berkepies * Beul * Bil * van der Bil * ter Bille * Billekens * Billen * Bilman * Bilstra * Bilterijst * Blotevogel * Bloot * Boef * Borsten * Bouter * (van den) Braak * Braakhekke * Braakman * Braaksma (multi) * Braken * Braker * Breesnee * 

Corona (gruwelijk Chinees virus) * Cutzien * Dellen (sletten) * Dinges (naamloos iemand) * Dirken (scheten) * Dolleman * Dood * Dodeman * Doden * de Dood * Doodeman * Doods * Doos/Doosje (vagijn) * Drel (vunzige vrouw) * van Drogenbroek * Eikel (stommeling) * Etter * Fack * Fielt (schurk) * Focking * Fokken * Fokking * de Folter * Fukken * Fukker * Fukking * Fukkink * 

Gatsma * Geil * Geilen * Geiling * Geilman * Geilvoet * Gerrits bijgenaamd Pik * van Gisteren * Glans (peniskop) * Graf * Griezel * Grotezak * Gruwel * Gulp * Hardebil * Heil (nazigroet) * Hennep * Hetterschijt * Hoer * Hoerbekke * Hoeren * in 't Hol * Holhaar * Hork (lompe kerel) * Inthol * Jabroer * Kak * Kakma *

Keesmaat * Kermen * Kinds (dement) * Kinkel (lomperd) * Kleuter * Kloot * Kloots *  Klootsema * Klootsma * Klootwijk * Klungel * Knots (gek) * Kolder (gekkenpraat) * Komtebedde * Kont * Koppelaar * Kreupel * Kots * Krikken * Krols * Kutschien * van Kutsem * Kutschruiter (koetsier) * Kutter * Kutterik * Kwak (spermastoot) * Kwakman * Kwee (man noch vrouw) * Kwelling * Leep * Loeder * Lues (een soa) * Lui * de Lul * Lijk * Mank * Meuren (scheten) * Minnaar * Moord *

Naayen * Naayer * Naaijkens * Nar * Neukermans * Onan (afrukker) * Palen * Peeze * Pest * Pestman * Pezer (neuker) * Piel * Pieler * Pielkenrood * Pielman * Pielmeijer * Piels * Pielstroom * Pieltjes * Pies * Piest * Pik * Pikhaar * Pikkemaat * Pikstra * Plas * Plasman * Plassen * Platje * Pleevoet * Poepenborg * Poepe * Poepjen * Poepjes * Potjewijd * Pooijer * Prooi * Puist * Pijpe * Pijpen * Pijpenbroek * de Pijper * Pijpers * Pijpstra * 

Rapalje (gepeupel) * Rat (verrader) * Reterink * van Reet * Riool * Rompies * Rot * Rotgans * Rotte * de Rotte * Rotteveel * Rotman * Rotmensen * de Rover * Rukkers * Rijstenbil * Sas * Sassen * Sasser * Scheede * Schele * Schendstok * Schenning * Schuin (seksgrapje) * Sief * Siefkes * Simpel (onnozel) * Slaaf * Slap * Sletbeen * Slettenhaar * Slettenaar * Sletterink *

Smalbil * Snoeren (vroeger hoerenlopen) * Snijdood * Soa * Spillebeen * Spleet * Spook * Stinkens * Strop * Struikelblok * Stijve * Sukkel * Sul * Tepel * Tiet * Tietema * Tiethof * Tietje * Tietjens * Tietsma * Tippel (stoephoer) * Tobber * Trutmans * Tuig * Uitenbroek * Verduld * Volbroek * Vollebroek * Voos * Vuil  * Windgassen * Wip (snelle seks) * Wipper * Zak * Zeuren * Zweetbroek.

Het komt neer op intieme lichaamsfuncties, seksuele verrichtingen, schelden en andere eigenschappen of termen die als familienaam onwaardig overkomen. Zie ook hieronder/Bargoens.


Soms tragische oorzaken voor naamverandering, bijv. bij incest. Niet zonder onafhankelijke deskundige die schriftelijk verklaart over ernstige psychische en/of fysieke schade. Andere reden voor kinderen: partij kiezen in venijnige vechtscheiding van ouders. Zie hierboven /Veranderde namen.


Bij onze naaste buren ook schaamnamen (bij Duits met # beruchte WO II  nazileiders). De Engelstaligen doen niet moeilijk - je gelooft soms je ogen niet - de aloude stiff upper lip: 'rare naam? ehh heb ik niet gehoord'.  Hieronder uiteraard alleen namen in NL. Hoeveel % expat is onbekend. 


Duitse schaamnamen

Sorry als ik teveel vertaal!

Bauernfeind (vijand van boeren) * Biedermann (kleinburgerlijke man) * Blöd (stom) * Bormann # * Buckel (bochel) * Dickhaut (ongevoelig) * Dirne (sloerie) * Doof  (imbeciel) * Dreckmann * (dreck = stront) * Drinkgern * Dummer (dommer) * Eichmann # * Ekel (walging) * Faul (verrot) * Feig (laf) * Feind (vijand) * Feierabend (sluitingstijd) * Ficken (neuken) * Ficker (neuker) * Flau (slap, sloom) * Flegel (vlegel) * Frech (brutaal) * Fressen (vreten) * Frevel (vervloeking) * 

Führer # * aus der Fünten # * Geilkopf * Gemein (gemeen) * Göbbels # * Göring # * Graulich (gruwelijk) * Greulich (griezelig) * Grob (grof) * Habenicht (armoedzaaier) * Hartkopf (eigenwijs) * Hass (haat) * Heidenblut (heidens bloed) * Heidrich # *  Henker (beul) * Hess # * Himmler # * Irrgang (dwaling) * Ketzer (ketter) * Kitsch * Klotz (lomperd) * Knebel (knevel) * Knülle (dronken) * 

Kot (stront) * Kötter (klinkt raar) * Kotz (kots) * Krach (kabaal) * Krank (ziek) * Kraut (Engels scheldnaam voor Duitsers WO II < Sauerkraut = zuurkool) * Krebs (kanker) * Krieg (oorlog) * Kunkel (oud wijf) * Krummfuss (kromvoet) * Krummnack (kromnek) * Lachnicht (niet lachen) * Lages # * Leider (helaas) * Leich (lijk) * Luder (loeder) *

Mangel (gebrek) * Männchen (mannetje) * Neuefeind (nieuwe vijand) * Potz (potztausend = sodeju!) * Prasser (losbol) * Proll (proleet) * Puff (bordeel) * Puppe (sletje) * Putz (idioot, kleuter, piemel) * Quadfass (kwaad gebroed) * Raub (roof) * Rauh (grof) * Raus (rot op !) * Rauter # * Rothweiler (fout hondenras) * 

Sau (zeug) * Schacht # * Schädlich (schadelijk) * Schleimer (kontlikker) * Scheu (schuw) * Schimpf (belediging) * Schlamm (modder) * Schleimer = hielenlikker * Schlemmer (snoeper) * Schlich (rotstreek) * Schlicht (eenvoudig) * Schlimm (slecht) * Schlimmer (slechter) * Schundpott (ik weet 't maar klinkt niet okee) * Schwanz (staart/piemel) * Schweig (zwijg!)

Seyfardt # * Slüper (slurper) * Speer # * Speidel # * Spitzel (spion) * Streicher # * Stumm (stom/niet sprekend) * Stur (koppig) * Sünder (zondaar) * Tausendfreund (allemansvriend) * Teufel (duivel) * Tod (dood) * Todtenhaupt (doodshoofd) * Troll (skandinavisch gemeen dwergwezen) * Ungemach (bezoeking) * Ungetühm (monster) * Unkraut (onkruid) * Unreich (niet rijk ) * Windig (onbetrouwbaar) * Wucherer (woekeraar) * Wucherpfennig (gierigaard) * Zuhälter (pooier) * Zwang (dwang).



Franse schaamnamen

Alphonse/Barbeau/Mac (pooier) * Baiser (kussen/vrijen/neuken ) * Baudet (ezel) * Boche (mof/nazi) * Boileau (waterdrinker) * Bordel (bordeel) * Brute (wreedaard) * Caca (poep) * Chanteur (afperser) * Chatte (kutje) * Cocu, Corne, le Cornu (hoorndrager - bedrogen man) * Con (oerstom) * Fauve (wild dier) * Flaneur (slenterend fatje) * Folie (krankzinnig) * Fric (geld) * Gaillard (geilaard) * Haine (haat) * Harlequin (clown) * 

Lefier de Bras (showbink) * Louche (onbetrouwbaar) * Malade (ziek) * Malcontent (ontevreden) * Malcorps (mismaakt) * Merde (stront/gvd!) * Mineur (minderjarige) * Mordant (schamper) * Mouche (vlieg) * Nana (straatmeid) * Nue (naakte vrouw) * Panne (pech) * Pique (ruzie) * Rapaille (rapalje) * Rude (ruw) * Sauvage (wildeman) * Triste (bedroefd) * Vilain (lelijk) * Villain (schurk) * Zizi (piemel) * Zut (potdorie!)


Engelse schaamnamen

Anal (anale seks) * Anger (woede) * Arsenic (rattengif) * Bang (neuken) * Barb (rotopmerking) * Barf (braaksel) * Basher (ruziezoeker) * Beaver (vrouwelijk schaamhaar) * Beggar (bedelaar) * Bimbo (sexy dom blondje) * Bladder (blaas) * Blunt (afgestompt) * Bogus (verzinsel) * Bollock (testikel) * Boner (stijve) * Booty (sexy billen) * Brat (kleuter) * 

Brute (wreedaard) * Buff (naakt) * Bum, Butt (kont) * Bunk, Bull (nepnieuws) * Bust (boezem) * Buster (gozer) * Can (wc, gevangenis) * Carrion (kadaver) * Chap (kerel) * Cherry (kers, maagdenvlies) * Chick (mokkeltje) * Cock/Dick/Dong/Prick (piemel) * Coffin (doodskist) * Common (ordinair) * 

Copper (politieagent) * Coward (lafaard) * Craven (laf) * Cronk (lelijkerd) * Crook (crimineel) * Crude (grof) * Cruel (wreed) * Cumming (klaarkomen) * Cuss (vloeken) * Demon (boze geest) * Dick (pik/detective) * Dike (manlijke lesbo) * Dong (piemel) * Doom (doem) * Downer (euforiedrug) * Dude (kerel) * Dull (saai) * Dump (afval) * Dung (drek) *

Fack (fuck) * Fail (falen) * Faker (bedrieger) * Fanny (kutje/kontje) * Fink (verklikker) * Folly (dwaas) * Fool (stommeling) * Fudge (snoep/nep) * Funk (lafbek) * Fuss (gedoe) * Gamble (gok) * Gang (bende) * Gay (homo) * Geek (nerd/fanaat) * Gory (bloederig)*


Grabber (graaier) * Gross (banaal) * Gutter (goot) * Hacken (internet overvallen) * Hag (ouwe heks) * Harm (schade) * Hazard (risico) * Henchman (handlanger) * Hick (boerenpummel) * Hobo (zwerver USA crisis 1929 ) * Hoe/Hooker/Moll (hoer) * Hogsflesh (varkensvlees) * Horsey (paardachtig) * Hot (geil) * Humble (eenvoudige afkomst) * Hun (Duitser WO I) * Jerry (German, Duitser WO II) * Jester (nar) * Hurt (pijn) * Junk (drugverslaafde) *

Killer (doder) * Lecher (wellusteling) * Leech (bloedzuiger) * Less (minder) * Loner (solitair) * Loo (plee) * Loot (buit) * Loss (verlies) * Lurker (loerder) * Lynch * Mack (pooier) * Malcontent (ontevreden) * Madder (gekker) * Mean (gemeen) * Moody (chagrijnig) * Moron (idioot) * Muff (kluns) * Muff, Puss, Slit (kut) * Mug (smoel) * Murphy (wet van; alles wat fout kan gaan doet dat) * 

Nick (gevangenis) * Nuts (gek) * Oaf (lummel) * Pagan (heiden) * Pain (pijn) * Pander (koppelaar) * Parkinson (akelige ziekte) * Pee (plassen) * Petty (kleinzielig) * Popper (een drug) * Porn (porno) * Prick (opschepper/penis) * Pun (woordspeling) * Punter (gokker) * Quirk (rare hebbelijkheid) * Raper (verkrachter) * Rot (vervuild) * Rotter (rotzak) * 

Sad (droevig) * Savage (wildeman) * Sick (ziek/raar) * Sin (zonde) * Sinner (zondaar) * Slaughter (bloedbad) * Slump (beurskoersdaling) * Spit (spuug) * Stalker (lastige ex-minnaar) * Strange (vreemd) * Stroker, Wanker (afrukker) * Sucker (lulletje) * Suckling (zuigeling ) * Swank (opschepper) * Tit (tiet) * Tits (tieten) * Toff (branie) * Vandal (vandaal) * Villain (rotzak) * Wank (snoever) * Zilch (niks).


Leuk bij de buren

Duits

Aufrichtig (oprecht) * Bauernfreund (boerenvriend) * Biedermann (keurignette burgerman) * Ehrlich (eerlijk) * Elflein (elfje) * Erblich (erfelijk) * Feiertag (vakantie) * Fein (voornaam persoon) * Feingold (fijn goud) * Freiherr (baron) * Freilich (absoluut!) * Freude (vreugde) * Freundlich/ Freundlieb (vriendelijk) * Fröhlich (vrolijk) * Furchnicht (niet bang zijn) * Frühling (lente) * 

Glück (geluk) * Gottlich (goddelijk) * Greif (grijpvogel - gevleugelde leeuw) * Gutgesell (goede gezel) * Gutheil (beterschap!) * Habedank (welbedankt) * Heim (thuis) * Himmel (hemel) * Höflich (beleefd) * Immerglück (altijd mazzel) * Junker (edelman) * Keusch (rein/kuis) * Kitzelmann (kitzel = liefkozing) * Kleinsorge (weinig zorgen) * 

Kühn (stoutmoedig) * Klug (verstandig) * Klugheit (wijsheid) * Kurzweil (leuk) * Kuss * Lecker (lekker) * Liebchen (liefje) * Liebe * Lieben  * Liebeskind * Liebherr * Mut (moed) * Mutti (mammie) * Ohnesorge (zonder zorg) * Profittlich (profijtelijk) * Reinhart (dapper) * Reiz (charme) * Sauber (zuiver) * Schatz (schatje) * Schlemmer (lekkerbek) * Schmetterling (vlinder) 

* Schön * Schönherr * Schönekerl (mooie kerel) * Schönknecht * Schönwetter (mooi weer) * Schlemmer (smulpaap) * Scherz (humor) * Schmetterling (vlinder) * Schmuck (sukkel) * Selig (zalig) * Sieger (overwinnaar) * Sorgenfrei (zorgeloos) * Sorgenicht (geen zorg) * Süss (zoet/liefelijk) * Süsskind (lief kind) * 

Toll (geweldig!) * Trauernicht (treur niet) * Trefflich (perfect) * Treuherz (goed hart) * Tugendhaft (deugdzaam) * Überfluss (overvloed) * Vornehm (voornaam) * Vortrefflich (uitmuntend) * Witz (grap) * Wohlgemuth (opgewekt) * Wunderlich (wonderlijk) * Zart (teder) * Zierfuss (sierlijke voet). 

Frans


Beau (mooi) * Beaufils (mooi kind) * Beausoleil (schone zon) * Bienfait (weldoener) * Bienvenu (welkom) * Bonheur (geluk) * Bonjour (goedendag) * Bonsang en Bonsangue (goed bloed) * Cachet (gedistingeerd) * Champion (kampioen) * Charité (liefdadigheid) * Charmant * Comfort * Content (tevreden) * Coulant (schappelijk) * Courage (moed) * Courtois (hoffelijk) * Dauphin (kroonprins) * Dieu (god) * Empereur (keizer) * 

Galante (galant) * Fric (geld) * Jolie (mooi) * Gentil (aardig) * Mignon (liefje) * Mignot (schattig) * Nana (jonge vrouw) * Paradis (paradijs) * Patience (geduld) * Plaisir (vreugde/genot) * Prudente (voorzichtig) * Puissant (machtig/vermogend) * Sacré (heilig) * Santé (gezondheid) * le Sage (de wijze) * Sauveur (verlosser) * Vaillant (dapper)

Engels


Angel (engel) * Batman * Bliss (vreugde) * Boffin (geleerde techneut) * Bright (slim) * Broad (vrouwmens) * Brotherhood (broederschap) * Buddy (kameraad) * Buss (kusje) * Champion (kampioen) * Chap, Dude, Guy (kerel) * Charm * Cheers (proost!) * Cleverly (slim) * Clout (invloed) * Content (tevreden) * Coy (koket) * Darling (lieveling) * Dear (beste) * Deary (schatje) * Droll (grappig) * Fatty (dikzak) * Fit * Flapper (tienermeisje jaren 1920) * 

Free * Friendship * Fun (pret) * Gallant (dapper) * Gay (vrolijk/homo) * Gaylord (vrolijk heerschap) * Gentle (adellijk) * Glory (glorie) * Goodenough (goed genoeg) * Goodfellow (goeie kerel) * Hardy (flink) * Holy (heilig) * Honey (schat) * Hope (hoop) * Hot (sexy) * Hug (knuffel) * Innocent (onschuldig) * Jolly (plezierig) * Joy (vreugde) * Kiss * Knight (ridder) * Lass (meisje) * Lord (adellijk heer) * 

Love * Lover (minnaar) * Noble (nobel) * Nurse (verpleegkundige) * Parson (priester) * Petty (onbelangrijk) * Pope (paus) * Pretty (mooi) * Rich (rijk) * Sir (mijnheer) * Sleek (goed verzorgd) * Slender (slank) * Smart (slim) * Sparks (sprankelende geest ) * Squire (landjonker) * Suckling (zuigeling) * Sweet (lief/zoet) * Swift (vlug) * Toff (sjiek heerschap) * Tough (sterk) * Tutor (docent) * Viceroy (onderkoning) * Virgin (maagd) * Winner (winnaar) * Wisdom (wijsheid) * Witty (geestig).


Ongunstig Light                          

Ongunstig light lokt misschien onderdrukt glimlachen uit, maar de familie kan er mee leven – het dierbare voorgeslacht vond het kennelijk niet echt erg. Een beetje typisch toch en bij sollicitaties e.d. ga je wel met de billen bloot. In een dorp of stadsbuurtje kende je elkaar op adres, bijnaam, beroep of eigenschap. Multinamen ontbreken - behalve de onschadelijke Hummel met 2.396 dragers en de onaangename Bot (2.068), ook een vis. Botter (1.099) is erger, maar zeker een vissersschip. Er is nog Kraak met 1.711,  lege woning bezetten, historisch vaartuig, ook mythisch zeemonster. Nouja.


Soms werd de afkeer van de namenwet van Napoleon verwoord met een rare achternaam. Eeuwenlang was zo'n toevoeging overbodig, eigenwijs en verwaand. Iets voor ander soort mensen, bekakte stadsen, lieden van hogere stand. En je had natuurlijk al een bijnaam,  duidelijk in de dagelijkse omgang. Klinkt die nou echt erg?  Maak je met iemand kennis, denk je dan even... raar hoor. Klikt het, dan doet het er toe.


Aanstoot * Aasman * Achterop * Alarm * Alleman (iedereen) * Amoraal * Angst * Asbreuk * Babbel * Bagger * Bah * Bal (bekakte macho) * Balen * Ballemans * Balneger (!) * Balnikker (!!) * Bang * Banga (sletje) * Bangert * Bar * Barrevoets * Bars * Basta (stop!) * Bastert (bastaard) * Bazelmans (kletskous) * van Bebberen (uit de mond lekken) * Bedel * Beduvel * van Beesten * 

Bek * Bende * Bengel * Berkenpies * Bes (oud vrouwtje) * Beu (genoeg!) * Beulen (je rot werken) * Beulenkamp * Beunen (amateur klussen) * Beuzel (kletspraat) * Beven * ter Bille * Bitter * Bits * Blaam * Blaas * Bleek * Bleuanus * Blindeman * Bloos * Bloot * Blotenberg * Blotenburg * Blufpand * Boedeltje * Boetekees * Boeten * Boevenbrink * 

Bontebal * Bonthond (ongunstig bekend) * Boos * Boosman * Borrel * Borsten * Borstlap * Boterham * Braaksma * Brals * Breekweg * den Breker * Breuk * Brokken * Brommer * Bronk (pruiler) * Broos (breekbaar) * Brul * Buikema * Buikstra * Bulder * Bultje * Burgerman * Bijster * 

Crimi * Crisis * Daas (druk iemand) * Dievendaal * Dobbelaar * Dodemond * Doetjes (sulletjes) * Dof * Dol * Dolleman * Dollevoet * Dom * Dombroek * Dommekracht (dom, log persoon) * Dommer * Domper * Doof * Doolhof * Dorregeest * Dorrepaal * Dorst *


Drektraan * Drommel (duivel) * Dronkert * van Drogenbroek * Dubbel * Duel * Duister * Duistermaat * Dul * Dulle (maf) * Dun * Dunnebier * Duur * Duurkoop * Dwaalster * Dwaaslicht * Dwars * Dwinger * Eelzak * Ei (raar persoon) * Eiser * Eng * Engeman * Enger * Etter * Euvelman * 

Faken (engels voor nep) * Feutjens * Fielt * Flater (domme fout) * Fleer (ouderlijk klapje op een oor) * Flemer (slijmerd) * Flutman * Foei * Fokkema * Fokken * de Fokkert * Fokma * Folterman * Foppen * Friemel * Frik (pietluttige onderwijzeres) * Franje * Futselaar (beunhaas) * Fijnebuik *

Gal * Galgenbeld * Gammel (oud/kapot) * Gatjens * Geniets * Gering * Geval (probleem) * Giebelen (meisjesgegiechel) * Giller * van Gisteren (sloom persoon) * Glans (o.a. peniskop) * Goedkoop * Goor * Goorhuis * Goorman * Gorenstein * Graf * Grafhorst * Grauw (gepeupel) * Grief * Griep * Griezel * Gril * Grim * Grof * Grommen * Groos (verwaand) * Grotezak * Gruwel * Grijns * Grijp * Guichelaar (tovenarij) * Guit (deugniet) * Gijzelaar * 

Haast * Hakkel (stotteraar) * Halfwerk * van Haperen * Hardebol * Heetwinkel * Hekel * Heling * Help * Herrie * Hetebrij * Hetterschijt * Hobbezak * Hoezoo * Hokken (ongehuwd samenwonen, nu gewoon) * Holsnijders *


Honds * Hongerbron * Hongerkamp * Hoogmoed * Hoon * Hork * Horrevoets (mismaakte voet) * Hottentot (primitief volk) * van Hummel * Hurk (kritisch persoon) * Janken (huilen) * Jassies (smerig) * Jennen (pesten) * Jeuk * Jeuken * Jeukendrup * Joch (jongetje) * Jojo (besluiteloos) * Jokker * Jut (kop van Jut: slachtoffer) * Kaal * Kaalzak * Kakel (altijd kletsen) * Kakkenberg * Kaler * Kamper (halfcrimineel ?) * 

Kattevilder * Kallen * Keet (ruzie) * Kerker * Keten (herrie schoppen) * Keuvelaar (babbelaar) * Kibbel * Kil * Kinds (dement) * Kinkel (botterik) * Kitsch (onechte kunst) * Klacht * Kladder (mislukte kunstenaar) * Klager * Kleespies * Kleinmoedig * Klem (vast zitten) * Klep (babbelkous) * Klever * Kliek (maaltijdrestje) * Klier (pesterig mens) * 

Kloots * Klootwijk * Klos * Kloters * van der Klucht * Klungel * Kluts (.. kwijt: in de war) * Knarren (ouwe lieden) * Knieper (vrek) * Knel * Knies * Knoet (zweep) * Knoflook * Knook (menselijk bot) * Knots (gestoord) * Knuppel (lomperd) * Knijp (niet durven) * Knijpert (bangerd) * Koekebakker (sukkel) * Koest (bek dicht) * 

Kol (toverheks) * Kolder (onzin) * Kolderman * Kommer (ellende) * Konkelaar (kwaadspreker) * Koopziek * Koppijn * Kortleven * Kortvriend * Kostverloren * Kot (krot) * Kouwe * Krach en Krakeel (ruzie) * Kraker (illegale bewoner) * Kramp * Kranghand (misvormd) * Krap (weinig) * Kregel (slecht humeur) * Kreuk * Kreukels * Kreunen * Kreupel *


Kriebel * Kriegel * Kroeg * Kroep (bronchitis) * Krom * Krombeen * Kromme * Krot * Kruimelaar (gierigaard/gelegenheidsdief) * Kruiper * (van der) Kruk (sukkel) * Krukkert * Krijs * Kuiperij (samenzwering) * Kul (onzin) * Kunne (geslacht) * Kwaad * Kwaaitaal * Kwabek * Kwakernaak * Kwakkel * Kwakkelaar * Kwakkestijn * Kwast (opschepper) * Kwelling * Kwetser * Kijf *

Lachniet * Laks * Lamme * Later * Lauw * Leegganger * Leegte * Leep (sluw) * Lening * Lestestuiver (platzak) * van Leuteren (kletser) * Libertijn (vrijdenker) * Links (onhandig) * Lobbes (goedzak) * Loeder * Loermans * Lokker * Lommert (bank van lening) * Lomp * Lor * Lormans * Lui * van Lummel * Lupa (it. prostituee) * Lurken (lang hoorbaar zuigen) * Luttel * Lijk * Lijkendijk * Lijmer * Lijmpot * Lijphart *

Mafia * Mager * Mak * Mal * Malcontent * Malen * Malle * Maller * Mammen (zogen) * Manie (dwangmatige gewoonte) * Manneke * ’t Mannetje * Mank * Martel * Mekken (zeuren) * Meelkop (stommeling) * Meurer (scheter)* Meurkens * Meurman * Min * Minder * Modderaar * Modderman * Moe * Moenen (de duivel) * Moetwil * Mof (nazi/Duitser WOII) * Mokken *


* Mores * Morgenster (voddenraapster) * Morren * Muil * Mussert (NSB nazi WO II) * Muts (truttige vrouw) * Naaktgeboren * Nada (niets) * Nat (fout) * Nattekaas * Nee * Negerman * Nep * Niemand * Niemendal * Niet * Nietes * Niks * Nippel (tepel) * Nooitgedacht * Nooitmeer * Nooitrust * Nul * Nullen * Nurks (knorrig mens) * Oen (domme sul) * Ondunk * Ongena * Onrust * Ontijd * Onwezen *

Paardebek * Paffen (roken) * Palingdood * Pappot * van 't Padje * Pech * Pek * Peperzak * Persoon * Pest * Pester * Pet (slecht) * Peuk (cigaret) * de Peuter * Piekhaar * Pielstroom * Pikker (dief) * Pils * Pimpel (borrel) * Pingel (afdingen) * Pissoort * Pistor * Plas * Plasmeyer * Plasterk * Platvoet * Pleevoet * Po * van Poepele * Poets (gemene grap) * Pompies * Pover * Praats * Prak (etensrest) * Prakken (eten met vork fijndrukken) * Priegelaar (pietepeut) * Pril (jeugdig) * 

Pronker * Prul * Prus (kieskeurige eter) * Puinbroek * Puist * Puister * Pulkenman * Pus * Pijn * Pijpstra * Raar * Rabouw (woesteling) * Ramp * Rampen * Ranselaar * Rap * Rats (bang) * Rauw * Rimpel * Ritselaar (allesfixer) * Rochel * Roes * Roet * Rommel * Rommelaar * Rompies * Roof  * Rot * Rothuis * Rothuizen * Rotman * Rotmensen * Rotsteeg * van Rotten * Rouw * Rouwen * Rouwhof * Rover * Ruig (ruw) * Rund * de Ruwe * Rijstenbil *


Saai * Salie * Sars (virusziekte) * Schaars * Schade * Schamper (minachtend) * Schandelaar * Schandevijl * Scheel * Scheld * Scheiuit * Scheve * Schim * Schok * Schor * Schormans * Schmierer (acteur die overdrijft) * Schraal * Schreeuwer * Schriel (gierig) * Schrik * Schrikker * Schuchter * Schuimer (tafelparasiet) * Schuin (seksmopje) * Schuld * Schurkens * Schuwer * Siepman / Simmer (huilebalk) * Simpelaar (idioot) * Sip * 

Slaaf * Slabak (luihannes) * Slachter * Slap * Slaper * Slapman * Slavenburg * Slecht * Slechte * Sleur * Slim (listig/slecht) * Slink (geniepig) * Slisser * Slof * Sloof (afgetobde vrouw) * Slooper * Slop (achterbuurt) * Sloop * Sloven (je rot werken) * Sluik * Sluimer * Slijk * Slijm * Slijt * Smalbraak * Smart * Smet * Smeur * Smoes * Smijter * Snaak (vent) * Snaayer (bietser) * Snater (kwebbelaar) * Snauw * Snik * Snijdood * Somber * Sopjes * Spanning * Speelziek * Spieker (afkijker) * Spigt (mager) * Spillebeen * Spook * Staar * Stank * Star (bekrompen) * Stikker *


Stil * Stillebroer * Stokebrand (brandstichter) * Sloven * Stom * Stomp * Stoorvogel * Storing * Stormbroek * Stout * Streng * Striem * Stroeve * Stroman * Strooper * Strop * Struikelblok * Stuip * Stuitje * Stulp * Stumpers * Stijve * Suikerbuik * Taartmans * Tam * Tang (gemeen oud wijf ) * Teer * Teister * Teut * van Teutem (altijd telaat) * Tiet * Tietema * Tietsma * Tjakkes * Tobben * Tobber * Todde (kleervod) * Toeter * Tollenaar (vroegere fiscus) * Toorn * Traag * Treur * Treuren * Triest * Troeleman (schatje) * Trumpis * Tuchter * Trul (suf vrouwmens) * Tut (benepen vrouw) * van Twist *

Uitenbroek * Uitvlucht * Uk * Vaal * Vaalt * Vandaal * Vastbinder * Verdoold (verdwaald) * Verdriet * Verdwaald * Verlaat * Verlies * Verloren * Vermaning * Vermist * Verreet * Verstreken * Verwoest * Vethaak * Vilder * Vitten (gezochte kritiek) * van der Vlerk * Vodde * Vodden * Vollenbroek * Voortwist * Voos * Vrees * Vrek * van Vuilkoop * Waaghals * Waan (zieke fantasie)


* Waggelmans * Walg * Wammes * Warmbier * Wee * Week * Weeskind * Wegloop * Wicht (jong meisje) * Wiet * Wildeman * Wildenbeest * van Wildernis * Wipking * Woest * Woestheer * Wormgoor * Worsteling * Wrederik * de Wreede * Wurm * Wijsbek * IJdel * 

Zachte * Zeer * Zeldenrust * Zeldenrijk * Zeldenthuis * Zemel * Zero * Zeverboom * Ziek * Ziekman * Zielig * Zoekende * Zoetekouw * Zonderdank * Zondergeld * Zonderhuis * Zonderland * Zonderman  * Zonderthuis * Zondervan * Zot * Zotter * Zuinig * Zuurman * Zuurmond * Zwak * Zwakke * Zwakhals * Zwakman * van Zwam * Zweer * Zweet * Zwets.


Terzijde 1/ P. Nieuwland noemt Friese ‘protestnamen’, in 1811 aangemeld. Zoals Bieknijver * Bokstaart * Grimijzer * Kanenrijder * Kleinvogel * Leemkool * Lieger * Manweg * Muttscheplukker * Omloop * Pottjebier * Vlaarmuis * Vroegrijp. Machteloos ondergronds verzet tegen de tiran: de fransoos begreep onze humor toch niet.

Terzijde 2/ Uitman noemt protestnamen: Chantepie (ekster) * Olievijf * Plezier * Roosenik * Spekmijder * Spekschieter * Hier nog een paar: Grijpenduit * Kiekepoos * Makeblijde * Sladood * Zuipetuit *

Benno Baksteenlijst


Volkskrantredacteur Joris Cammelbeeck noteerde eind 20ste eeuw combinaties van naam en functie in een, naar de ooit bekende woordvoerder KLM-piloot Benno Baksteen genoemde, leuke lijst:

chef Schade ANWB  Bots * coördinator Naturistenbond Broekstra * leraar handvaardigheid Klungel * aannemersbedrijf Krot * fysiotherapeut Tour de France Masseur * voorzitter Onderwater van duikondernemers Zeeland * bridgeteamleider Pas * advocaten Rein en Sjaak Pleiter * voorlichter Praat van ministerie VWS * directeur NS Ton Regtuyt * voorzitter Kaasexport Schaaf * seksshophouder Sneeboer * voorzitter Vereniging Tuincentra Struijk *


Bovendien uit eigen smakelijke waarneming namen van nu. Die perfect overeenkomen met beroep of functie - of juist integendeel:

directeur Agrarisch Erfgoed Gitta van den Akker * melkveehouder Piet Boer te Biddinghuizen * expert sabelsprinkhaan René Krekels * perenteler Erik Appelman * wijnmaker Remy Harrewijn te Amsterdam Noord * boomkweker Pieter van den Berk * Café-Restaurant Flater * landmacht-generaal Leo Beulen * rechercheur Henk Heling * advocaten Louis de Boef/Julie de Rechter/Daniëlle Troost/Raoul Meester en ook Manon Aalmoes (sociale sector waarschijnlijk) *

Wim Eikelboom van de Bomenstichting * Manager Cliënt Services Van Lanschot Kempen Martijn Boevink * rechter te Arnhem Maartje Bijl * topkok Joop Braakhekke * slijterij en wijnhandel Brouwer * gemeenteraadslid Castricum Ralph Castricum * landbouwer Harm Boontjes * mantelzorger Margo Meerzorg * Auto Roest Occasions * binnenvaartschipper Jan van der Wal * dominee Betty Woord * gevangenisdirecteur Frans Douw *

diëtist Teun van de Keuken * brandbeveiligingsexpert Johan Koudijs * vogelgriepexpert Thijs Kuiken * Gerda Drop, Parachutistencentrum Hilversum * consulent waterbouw Geert Drijfhout en oceanograaf Sijbren Drijfhout * dijkgraaf Herman Dijk * Erik de Ridder is watergraaf * oliebollenbakker Jordy Bakker * ook slager Bakker * Martine en Louise Fokkens, autobiografische auteurs van 'Ouwe Hoeren, verhalen uit de peeskamer' *

voorzitter Vakbond Pluimveehouders Hennie de Haan * bankdirecteur de Kluis * Glashandel Sukkel te Hilversum * transporteconoom Leo Bus * directeur Netwerk Notarissen Lucienne van der Geld * duurzaam ondernemer Maurits Groen * kapsalon Ivo Kaal * jeneverkenner Rob van Klaarwater * theoloog Antoon ten Klooster * opticien Scheel * hoogleraar koloniale geschiedenis Gert Oostindie * 

Wim de Leeuw van Dierenwelzijn * de heer Rijk Zeldenrijk * woordvoerder Naomi Pieter van Kick Out Zwarte Piet * euthanasie-expert Koos van Wees * kwaliteitsslager Marc Broodbakker * kamerheer des konings jonkheer Jan Jaap de Graaff * vogelgriepexpert Thijs Kuiken * tuinman Jan Graafland * Gooise uitvaartverzorgers van Pijpen, Smorenburg, van Vuure (allen ook voor crematies) en Evert Treur * Patricia van Engelen van Uitvaartstichting Hilversum * voorzitter Linda Nooitmeer van Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden *

Naomie Pieter van Kick Out Zwarte Piet * Hennie de Haan, Pluimveehouders Nederland * pornofilmregisseur Erica Lust * procureur-generaal Han Moraal * penningmeester Dennis Muntslag * Betuwse bloemenschilderes Hilda Blom * complotdenkers Joost Knevel en Wouter Raatgever * docent Hogeschool Utrecht Nicolina Montessori * kloostereigenaar Camiel Engelen * commandeur George Pastoor, commandant van Zr. Ms. Karel Doorman *

quiltkunstenares Betty van der Schaar * miljardairfamilie (Kruidvat) de Rijcke * uitvaartverzorging Edwin Kist * Han Moraal, Raad van Strafrechttoepassing * hotel-restaurant De Rozeboom van Marten Castelein * wasserij voorheen Smeerdijk te 's-Graveland * woordvoerder Rijkswaterstaat Manon van den Oever * groente en fruithandelaar J.H. Pruim * architect Arend Rothuizen * makelaar Patricia Rothuizen *

loodgieter Toon Roof * Roof Management * Roof Security (!) * havenmeester Rotterdam Rob Scheepbouwer * NS-reisinformateur Arjan Spoormans * glastuinbouwer Nico van Ruiten * gladheidsbestrijder Jan Slippens * springruiter Jessica Springsteen * stedebouwkundige Van der Stad * taaladviseur NOS Peter Taal * scheepstimmerman Harmen Timmerman * Harry Troost, Daklozenopvang Utrecht * Tweede Kamerlid BoerBurgerBeweging Gijs Tuinman * 

slagerij van Vark in Almkerk * slachterijdirecteur Henk Worst * sloopbedrijf Kwakkel in Kampen * strandvonder Willem de Rover * transportondernemer Jan Snel * Raymond van der Storm, Rondvaartboten Amsterdam * minister van Defensie (1973) Henk Vredeling * timmerman Spijker in Heemskerk * 

Fred Wegman, Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid * drinkwaterexpert Koen Zuurbier * palingrokerij Jan Vis * vishandel Henk Vis * garnalenvisser Richard van de Vis * directeur visveiling Urk Teun Visser * platvisvisser Pieter Aris Vis van kotter Vertrouwen *  Zeevishandel Wilma Graat *

expert sabelsprinkhanen René Krekels * schoonmaakhulp Sabrina Helderman * verkoopmanager Ingmar Contant * vogelaar Nico de Haan * voorzitter Autoriteit Consument en Markt Martijn Snoep (kannie ook niet helpen) * Jan-Hein Strop van Follow The Money * hoogleraar gewasfysiologie Paul Struik * waterdeskundige Roelof Stuurman * 

consultant openbare orde en veiligheid Damian Stokebrand (opstoker) * taaladviseur Peter Taal * Urkse visser Jacob van Urk * wethouder gemeente Wassenaar Kees Wassenaar * opticiën Scheel * windturbinebestrijder Jan van der Winden * wijkagent Marcel Schaap * ooit dominee Zemel * zeesurfer Luuc van Opzeeland * grootste zeiltalent 2023 Roos Wind * plus natuurlijk tv-weervrouw Diana Woei.

Speciaal Baksteenplekje voor de medici (kunnen ze ook niet helpen):

Relatietherapeut Vera Steenhart * wondverpleegkundige Mirjam Docter * tandartsen Joan Dokter, Stephan Auw, van der Gat en Schade * huisartsen Arts, Bloed, Ziekenoppasser en erger: Joris van de Grafhorst, E.G.M. Kerkhof, H.A.P. Kerkhof en R.M. van de Kerkhof * gyneacologen Mieke Kerkhof (met toepasselijke hobby van aparte rouwadvertenties) en Evert Slager * 

oogarts Frank Kerkhoff * Nico Naaktgeboren van Gyneacologie LUMC * kinderneuroloog Sigrud Pillen * neuropsycholoog Mathilde Kennis * chirurgen Ignas van den Bebber, Heleen Snijders  en Pim Welvaart * plastisch chirurg Herman Tits * hoogleraren Psychiatrie Nick van der Wee - en Consumptie en gezonde leefstijl Emily de Vet * 

directeur Organisatie Verloskundigen Charlotte de Schepper * gezondheidssecretaris Margo Kerkhof * Fred Lam van Ned. Vereniging Anesthesiemedewerkers * en natuurlijk voorheen dokter Beffie voor geslachtsziekten te Amsterdam.

NB: zie ook online /namenverzameling/stroomopwaarts. Leuke hobbysite!

Interessante bestaande combinaties zijn heel welkom op  hupkesg@xs4all.nl


Bargoens en straattaal

Dieventaal en onderlinge geheimtaal uit begin 20ste eeuw, ontwikkeld in de zelfkant van de grootstedelijke samenleving. Door bedelaars, daklozen, gokkers, messenslijpers, kermisklanten, ketellappers, landlopers, marskramers, pooiers, vagebonden, voddenrapers, woonwagenbewoners, zakkenrollers, zigeuners. En natuurlijk de penoze: beroeps-inbrekers, drugsbendes en -handelaren, kortom de maffia. Vaak over bedelen, stelen, bedriegen, eten en zuipen, geld, politie, prostitutie en andere seks.

Vaak verbasterd uit het jiddisch en als straattaal in bredere kring in gebruik. Er zitten ook termen onder die gewoonweg schaamnamen zijn, of tenminste ongunstig light: zie /Schaamnamen voor de lijstjes van mijn keuze. 


Versmelt bargoens steeds meer met de volkstaal? Nieuwe straattermen zoals de meisje, doekoe (geld), draris (vrienden), fatoe (grap), kaas (witte Nederlander), mattie (vriend), wappie (gekkie) burgeren wel in. Levende taal hou ik niet bij, kom niet meer veel op straat, ach... stokoud.


Onze brede lijst met vertaling in ABN. Geen woordenlijstje: allemaal achternamen!

Arres (angst) * de Baan, Banen (straatprostitutie) * Baanders (benen) * Bagger (waardeloos) * Bak, Nor (gevangenis) * Bakkes, Bakhuis (gezicht) * Balen (je ergeren) * Balkon (weelderige boezem) * Beer (drol/rekening) * Bekaan (gearresteerd) * Bekken (in elkaar's mond kussen) *  Bello (hondenaam) * Beuk, Kluit, Stoot, Straal (veel) * Beris (< pleuris), Eikel, Kloot, Stik, Takke, Zak (scheldwoorden) * Beuken (slaan) * Bever (koorts) * Biek, Kits (fijn) * Bikker, Pal, Pooier, Soeter (souteneur) * 

Blaffer (pistool) * Blanus, Poen (opschepper) * Blauw (getinte huid) * Blauw, Kachel, Keil, Lam, Lazarus, Sik, Sikker, Straal, Teut, Toeter, Vet (dronken) * Blauwen, Buizen (zuipen) * Blik, Moos, Oortjes, Pegel, Platen, Poen, Zaad (geld) * Blikker (zon) * Blits (de patser uithangen) * Blut, Kaps (platzak) * Boek (portefeuille) * Boender (onfris persoon) * Boet (stoere homo) * 

Bonje, Hommeles, Lampe, Mot (ruzie) * Bikkel, Bonk (stevige kerel) * Bout, Diender, Flik, Kit, Smous, Tuut, Wout (politie) * Bozer (vlees) * Bouten, Dirken (poepen) * Brak, Lens (lamlendig, onwel) * Brem, Knots (gek) * Stapel, Brief, Prent (bankbiljet) * Bruin, Goudvink, Goudvis, Vet (rijk) * Calf (christen) * 

Dekken (op uitkijk staan) * Dille (kletskous) * Dissen, Jennen (sarren) * Dokken, Schokken (betalen) * Dollen, Fokken (voor de gek houden) * Douw (straf) * Drommel (stakker) * Dulle (kordaat wijf) * Dijk (manlijke lesbo) * Emmer (fijn/lekker) * Emmeren (drammen) * Emmes (uitstekend) * Fleuren, Lubben (iemand aanfeesten, lijmen, overhalen) *


Fiat (toestemming, vertrouwd) * Fikken (vingers/verbranden) * Fluit, Frederik, Gerrit, Knaap, Lid, Pieterman, Pik, Pook, Rammelaar, Roe, Sieber, Slinger, Vermaak, Vogel, Zwager, Bello (penis) * Fok (bril) * Frak, Vel (jas) * Foks, Geel (goud) * Gabbert (makker) * Gak (neus) * Gammel (oud/versleten) * Gammer (domkop) * Gasser (spek) * Geil (hitsig/goed) * Bink, Boger, Gast, Knar, Kwant, Meier, Peer, Pief, Pik, Vogel, Vent, Vrijer, Wipper (kerel) * 

Gieren (slaan) * Godin (eerlijk) * Gondel (dame) * Griet (meisje) * Groos (verwaand) * Guit (deugniet) * Hebbes, Tuk (beet hebben) * Heet (geil/gevaarlijk) * Hengst, Peut (klap) * Hens (brand) * Herres (kapot) * Hillig, Sof (pech) * Hokken (ouderwets: ongetrouwd samenleven) * Hossele (op straat drugs dealen) * Jas (condoom/strop) * Janken (huilen) * Jat (hand) * Jennen (pesten) * Jid, Smous (jood) * Joppe, Vet (fijn/goed) * Kaffer, Kever (boer/provinciaal) * 

Kak (verwaand/poep) * Kalle, Kech - arabisch, Tor (hoer) * Kanen, Nassen, Prakken (eten) * Kanes, Taas (hoofd) * Kappen (stop!) * Kast (bordeel/studentenkamer) * Kat (buit) * Kat, Katje (berisping) * Kater (onwel na zuipen) * Kief (wiet) * Kien (sleutel/slim) * Kiepen (geld verdelen) * Kits, Snor (in orde) * Klos (dupe) * Klof, Kluft (kleding) * 

Kloot (rotzak/testikel) * Knaap, Knul (jongen) * Kluit, Pegel, Pop, Splint (geld) * Kneip (kroeg) * Knol (paard) * Knorren (slapen) * Knuppel (lomperd) * Knijf (mes) * Knijp (bang zijn/kroeg) * Koekebakker (prutser) * Koter (kind) * Kraak (inbraak) * Kruidenier, Kruk (prutser) * Kruif (opscheppen) * Kwak (zaaduitstoot) * Lap (oor) * Lappen (samen betalen) * Leep (sluw)


* Leip (gek/gevaarlijk/mal) * Lel (harde klap, sloerie) * Lens (doodmoe) * Link (slim/gevaarlijk) * Loen (bedrieglijk) * Loenen (verraden) * Loer (botterik/gemene truck/list) * Loges (achterwerk) * Lol (pret) * Lor, Oen (sukkel) * Los (uitverkocht) * Lou, Louw (niet/weinig) * Luiken (geld verdelen) * Macher (koopman) * Maf, Knots, Stapel (gek) * Makkes (problemen) * Makkie (klein klusje) * Majem (buitenwater) * Mansen (op straat geld ophalen) * Matsen (bevoordelen/knoeien) * Matser (knoeier) * Matten (vechten) * Meppen (slaan/beetnemen) *

Merode (doodarm) * Mieg (urine) * Mies (lelijk/niet-lekker) * Mik (brood/maag) * Mikmak (ruzie) * Moer (moeder) * Mokke (vies wijf) * Mokum (stad, groot Mokum = Amsterdam) * Mol (infiltrant) * Mollen (doden/stuk maken) * Moos, Mos, Niese (vrouw) * Mossel, Poes, Pruim, Scheur, Spleet, Vermaak, Vijg, Emmer (vagina) * Naatje, Takke (waardeloos) * Nakken (slaan, neuken, verlinken, drinken, dissen) * Neet (meid/vent) * Nep, Loer (bedrog) * Neut (borreltje) * Nicht, Poot (homo) * Nop (nee) * 

Paf (geschrokken) * Paffen (roken) * Pages (vrees) * Palmer (soldaat) * Peren (wegrennen) * Peuk (cigaret) * Pieren (dobbelen/gokken) * Pikeur (vrouwenjager) * Plat, Streep (omgekochte douane) * Pleite (failliet/er van door gaan) * Pleur (koffie) * Plomp (log lichaam/buitenwater) * Poen (opschepper/geld) * Poet (buit) *


Pot (lesbo) * Poter (kwijt) * Prak (hap eten) * Rams (uitverkoop) * Rats (bang) * Raap (gezicht/lijf) * Rippen, Jatten, Klouwen, Nakken (stelen) * Rug (bankbiljet 1000 gulden) * Rus, Stille, Wees (rechercheur) * Rut (blut) * Sassen (plassen) * Schaken (betrappen) * Scheffer (gevangene) * Scherp (alert) * Schimmel (gelukje/echtgenoot) * Schuier (zakkenroller) * Schuin (seksgrapje) * Schuit (schoen) * Schutten (gevangen nemen) * Sief, Siefkes (sifylis) * Sjaak (dupe) * Sjakes (koest) *

Smeer (uitkijk) * Smoes (leugentje) * Smous (Jood) * Snaak (grapjas) * Snaar (bijvrouw) * Snater (mond) * Sneeuw, Witsel (cocaïne) * Snoeren, Beuken, Fikken, Flenzen, Fukken, Kezen, Kienen, Krikken, Palen, Pompen, Raggen, Veeg, Wip (neuken) * Sof (mislukking) * Spekken (royaal schenken) * Sperwer (paraplu) * Spits, Kek (pienter) * Stoter (afzetter) * Strop (vette pech) * Stuk, Bout, Brok, Kanjer, Moot, Spetter, Stoot (lekker wijf) *

Suiker (cocaïne) * Sijs, Piet (vogel) * Kanes, Plaat, Taas, Taats (hoofd) * Takke (waardeloos) * Tater, Koker, Schuif (mond) * Tof (betrouwbaar) * Tokkie (asociaal < gezin in tv-serie, later aangevochten door de familie) * Trein (stoere vrouw) * Trippen (high door drugs) * Trom (dievenkroeg) * Trutmans (lulletje) * Turf (gestolen goed) * Vaar (vader) * Venter (straatverkoper) * Vink (portemonnee) * Wies (verdwenen) * Zand, Zoet (suiker) * Zeper (tegenvaller) * Zuur (betrapt/jammer) * Zwerver (dakloze) * Zwijnen (boffen).


Logisch, als je cocaïne suiker noemt, wordt suiker een ander woord. Ja, voor drankgebruik, criminaliteit, geld, lichaamsdelen, manspersonen, seks (maar liefst 16 voor piemel) en vrouwen is er bargoens en straattaal. En ook familienamen, die gewoon blijven bestaan. En waarom niet? Al dat gedoe, we heten nu eenmaal zo...

NB: zie ook /Amoureus.